Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
20 juli 2018, nummer BRE 17/2759 in het geding tussen
0 Samenvatting van de uitspraak
eigenverkoopactiviteiten) als aanbrenger van sub-distributeurs (personen die door belanghebbende zijn geworven om ook producten van de textielspecialist te verkopen). Als aanbrenger van sub-distributeurs ontvangt belanghebbende een vergoeding (provisie) over de verkopen van de sub-distributeurs.
Partijen zijn het erover eens dat de verdiensten met de
eigen verkoopactiviteiten van producten van de textielspecialist voor belanghebbende winst uit onderneming vormen. Belanghebbende en de Inspecteur verschillen van mening over de vraag of de provisie-inkomsten over de verkopen van de door belanghebbende aangebrachte sub-distributeurs (in 2013 meer dan € 100.000) voortvloeien uit een bron van inkomen.
Een voordeel kan slechts belastbaar inkomen zijn als er een bepaalde bron van inkomen aan ten grondslag ligt. Voor de aanwezigheid van een bron van inkomen moet aan drie voorwaarden worden voldaan: nodig is dat belanghebbende met haar activiteiten (i) beoogde een voordeel te verwerven, (ii) dat dit voordeel ook redelijkerwijs verwacht kon worden en (iii) dat zij met haar activiteiten deelneemt aan het economische verkeer.
1.Ontstaan en loop van het geding
€ 52 belastingrente in rekening gebracht (hierna: de beschikking).
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.
4.Gronden
De rechtbank ziet in (de uitspraak van het Hof dat heeft geleid tot) het in 2.8 vermelde arrest geen aanleiding voor een ander oordeel, omdat het feitencomplex in die zaak anders is.”.