Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
voor de heffing van de vennootschapsbelasting in aanmerking te nemen’eigen vermogen. Het betoog van belanghebbende over het spraakgebruik volgt de rechtbank niet. Het achtste lid van artikel 13 van de Wet geeft immers een specifiek voorschrift voor wat het opgeofferd bedrag is in een ontvoegingssituatie zoals hier. Een grammaticale uitleg brengt dan mee dat indien – zoals hier naar tussen partijen niet in geschil is – het fiscale eigen vermogen negatief is, het opgeofferd bedrag ook negatief is. Er zijn onvoldoende aanknopingspunten voor een andere uitleg dan die grammaticale uitleg.
5.Beslissing
bevestigtde uitspraak van de Rechtbank.