Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
[kansspelgemeenschappen]; voorts biedt belanghebbende volgens deze overeenkomst
Full-Service-Dienstenaan voor de gezamenlijke afhandeling en klantenondersteuning van
[kansspelgemeenschappen](“ [H] ”). In de overeenkomst is opgenomen dat partijen een vergoeding hebben afgesproken voor de uitvoering van de opdracht (§ 2.1). Voor bijzondere opdrachten en wensen dienen bij overeenkomst afzonderlijke vergoedingen te worden overeengekomen (§ 2.2). De overeenkomst geldt voor onbepaalde tijd met een opzegtermijn van zes maanden (§ 4.1 en 4.2).
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
vernietigtde uitspraak van de Rechtbank, behoudens de beslissing met betrekking tot de schadevergoeding;
verklaarthet bij de Rechtbank ingediende beroep gegrond;
vernietigtde uitspraak op bezwaar;
vermindertde naheffingsaanslag tot een bedrag van € 1.039.813 en de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig;
gelastdat de Inspecteur aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van € 556,50 vergoedt;
gelastdat de Minister aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van € 246,50 vergoedt;
veroordeeltde Inspecteur in de kosten van het bezwaar en van het geding bij de Rechtbank en het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op in totaal € 1.235,33;
veroordeeltde Minister in van het geding bij het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 469,33; en
veroordeeltde Staat (Minister voor Rechtsbescherming) tot vergoeding van de immateriële schade die belanghebbende heeft geleden tot een bedrag van € 1.166,67.