3.1.In de rechtsoverwegingen 3.1.1 tot en met 3.1.12 van het bestreden vonnis heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten zij is uitgegaan. Tegen die vaststelling zijn geen grieven gericht en is ook niet anderszins bezwaar gemaakt, zodat de door de rechtbank vastgestelde feiten ook in hoger beroep het uitgangspunt vormen. Het gaat in dit geding om het volgende.
3.1.1.[Pet Nutrition] is een onderdeel van [Pet Nutrition] Pet Nutrition Inc. (hierna: de [de groep] Groep). De [de groep] Groep maakt op haart beurt onderdeel uit van het [concern] concern. Dit laatste concern heeft net als de [de groep] Groep haar hoofdkantoor in Amerika. In Nederland bestaat de [de groep] Groep uit [Pet Nutrition] en [Pet Nutrition Manufacturing] Pet Nutrition Manufacturing BV (verder te noemen: [Pet Nutrition Manufacturing] Manufacturing). [Pet Nutrition Manufacturing] Manufacturing is een productielocatie in [vestigingsplaats] en produceert diervoeding. [Pet Nutrition] distribueert diervoeding aan dierenartsen en dierenspeciaalzaken. Enig aandeelhouder in [Pet Nutrition] is [Pet Products Inc] Pet Products Inc.
3.1.2.[appellant] , geboren op [geboortedatum] 1970, is op 8 december 1997 in dienst getreden bij [Pet Nutrition Manufacturing] Manufacturing. Bij deze vennootschap was [appellant] laatstelijk in dienst als Plant Controller. Vanaf 26 oktober 2009 was [appellant] statutair bestuurder van [Pet Nutrition Manufacturing] Manufacturing.
Met ingang van 1 augustus 2012 is [appellant] in dienst getreden bij [Pet Nutrition] in de functie van Finance Manager Benelux en was hij feitelijk niet meer werkzaam voor [Pet Nutrition Manufacturing] s Manufacturing. Per 10 december 2012 is [appellant] benoemd tot statutair directeur van [Pet Nutrition] .
[appellant] verdiende bij [Pet Nutrition] een salaris van € 7.800,- bruto per maand, exclusief emolumenten.
[appellant] is per 18 april 2013 formeel teruggetreden als statutair bestuurder van [Pet Nutrition Manufacturing] Manufacturing.
3.1.3.Tussen 10 en 20 juni 2013 heeft bij [Pet Nutrition Manufacturing] Manufacturing een interne financiële controle plaatsgevonden door een onderzoeksteam van de afdeling Global Supply Chain ('GSC') Finance van de [de groep] Groep. Door dit onderzoeksteam is een aantal (mogelijke) onregelmatigheden aangetroffen in de administratie van [Pet Nutrition Manufacturing] Manufacturing. Deze geconstateerde (mogelijke) onregelmatigheden zagen op de periode 2010 tot en met juni 2013. In samenspraak met het hogere management van de [de groep] Groep en [concern] is door GSC besloten nader onderzoek te doen en [appellant] – die in de periode tot 1 augustus 2012 als Plant Controller eindverantwoordelijke was voor de financiële huishouding en de administratie van [Pet Nutrition Manufacturing] Manufacturing – te schorsen, opdat zij voornoemde (mogelijke) onregelmatigheden nader kon onderzoeken.
3.1.4.Op 27 juni 2013 heeft [general manager] , werkzaam als General Manager bij [Pet Nutrition] , telefonisch aan [appellant] medegedeeld dat er verdenkingen tegen hem waren ontstaan en dat [appellant] om die reden per direct werd geschorst.
Bij brief van 29 juni 2013 (productie 3 bij inleidende dagvaarding) heeft [general manager] deze schorsing bevestigd:
"Zoals telefonisch met u besproken zijn er recent onregelmatigheden geconstateerd bij een financiële controle bij [Pet Nutrition Manufacturing] Pet Manufacturing BV te [vestigingsplaats] , waar u tot en met juli 2012 eindverantwoordelijk was voor de financiële afdeling.
Deze onregelmatigheden worden momenteel verder onderzocht en gedurende dit onderzoek ben u geschorst en is de toegang tot de systemen onmogelijk gemaakt.
Afhankelijk van de uitkomst van het onderzoek zullen maatregelen genomen worden.
Gedurende het onderzoek is u tevens de toegang tot het kantoor van [Pet Nutrition] Pet Nutrition (…) te [vestigingsplaats] ontzegd."
3.1.5.Op 1 juli 2013 is [appellant] telefonisch uitgenodigd om op dezelfde dag in hotel De Keyser te [vestigingsplaats] te verschijnen voor een gesprek. Dit gesprek heeft plaatsgevonden en daarbij waren naast [appellant] aanwezig [finance director GSC] en [worldwide director corporate audit] , respectievelijk Finance Director GSC en Worldwide Director Corporate Audit.
3.1.6.In de periode tussen 1 en 5 juli 2013 hebben [finance director GSC] en [worldwide director corporate audit] als leden van het gevormde multidisciplinair onderzoeksteam gesproken met diverse werknemers van [Pet Nutrition Manufacturing] Manufacturing.
3.1.7.[appellant] heeft per e-mail van 4 juli 2013 (productie 4 bij inleidende dagvaarding) aan [general manager] kenbaar gemaakt dat hij bezwaar maakte tegen de schorsing. Bij e-mail aan [general manager] van 9 juli 2013 (productie 5 bij inleidende dagvaarding) heeft [appellant] wederom bezwaar gemaakt tegen zijn schorsing en verzocht om verdere informatie.
[general manager] heeft gereageerd bij brief van 11 juli 2013 (productie 6 bij inleidende dagvaarding) waarin onder meer aan [appellant] wordt medegedeeld dat de reden voor de schorsing gelegen was in het feit dat voorlopige informatie uitwees dat interne regelgeving en voorschriften zijn overtreden waarnaar een onderzoek loopt. Ook is meegedeeld dat [appellant] nog gehoord zou worden als onderdeel van het onderzoek.
3.1.8.Bij brief van 19 juli 2013 (productie 7 bij inleidende dagvaarding) is [appellant] uitgenodigd voor een gesprek op 25 juli 2013 in hotel De Keyser. Dit gesprek heeft plaatsgevonden en naast [appellant] waren daarbij aanwezig [finance director Europa van de groep] (Finance Director Europa van de [de groep] Groep) en [general manager] . Via een telefonische verbinding nam [finance director GSC] , leider van het onderzoeksteam en voormalig leidinggevende van [appellant] , deel aan het gesprek.
3.1.9.Met voornoemd gesprek achtte het onderzoeksteam het onderzoek afgerond en is het finale onderzoeksrapport opgesteld (productie 15 bij conclusie van antwoord).
3.1.10.Bij brief van 26 juli 2013 (productie 8 bij inleidende dagvaarding) is [appellant] medegedeeld dat de vergadering van aandeelhouders voornemens was om buiten een gewone vergadering te besluiten tot het ontslag van [appellant] als statutair directeur per direct en voor zover nodig de arbeidsovereenkomst te beëindigen. De redenen voor het besluit zijn uiteengezet in de bij de brief gevoegde Annex 1. [appellant] is als statutair directeur in de gelegenheid gesteld om in dit verband gehoord te worden en om advies uit te brengen.
[appellant] heeft op 1 augustus 2013 een reactie op het ontslag en het gestelde in Annex 1 aan [Pet Nutrition] toegezonden (productie 9 bij inleidende dagvaarding).
3.1.11.Op 2 augustus 2013 is [appellant] aanwezig geweest op een bijeenkomst met vertegenwoordigers van de algemene vergadering van aandeelhouders.
Bij besluit van 2 augustus 2013 is [appellant] met onmiddellijke ingang ontslagen als statutair directeur. [Pet Nutrition] heeft dit ontslag bij brief van 5 augustus 2013 aan [appellant] bevestigd en het betreffende besluit, in schriftelijke vorm opgemaakt, aan [appellant] toegezonden. In deze brief is onder meer medegedeeld:
"(…) we hereby -to the extent necessary- confirm and formally notify you of the decision of [Pet Nutrition] Pet Nutrition BV to terminate your employment agreement with immediate effect and pay out the salary and pro rata emoluments in lieu of the notice period as statutory damages in the sense of article 7:677 paragraph 4 jo 7:680 Dutch Civil Code, being an amount of EUR 42.120,- gross.(…)".
[Pet Nutrition] heeft voormeld bedrag van € 42.120,- betaald aan [appellant] .
3.1.12.De statuten van [Pet Nutrition] (productie 11 bij inleidende dagvaarding) luiden, voor zover van belang:
"DEFINITIES
Artikel 3
Indien in deze statuten de navolgende begrippen worden gebruikt, wordt daar het volgende onder verstaan:
(…)
-De wet: Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek
-Algemene vergadering: de algemene vergadering van aandeelhouders.
2.
2. De bestuurders worden benoemd door de algemene vergadering en kunnen door haar te allen tijde worden geschorst en ontslagen. (…)
4.
4. Een geschorste bestuurder wordt in de gelegenheid gesteld zich in de algemene vergadering te verantwoorden en zich daarbij door een raadsman te doen bijstaan".
ALGEMENE VERGADERING
Artikel 16
1.
1. De gewone algemene vergadering wordt jaarlijks uiterlijk binnen zes maanden na het boekjaar gehouden.
(…)
3.
3. Buitengewone algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur deze bijeenroept. (…)
2.
2. De bijeenroeping geschiedt, onverminderd het bepaalde in artikel 16 lid 4, door een bestuurder bij brieven aan de adressen van aandeelhouders zoals vermeld in het register als bedoeld in artikel 7.
De termijn van oproeping bedraagt ten minste veertien dagen, die van oproeping en van de vergadering niet meegerekend.
Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld. (…)
3.
3. Indien de door de wet of de statuten gegeven voorschriften voor het houden van vergaderingen en de aankondiging van de te behandelen onderwerpen niet in acht zijn genomen, kunnen desondanks rechtsgeldige besluiten worden genomen, mits in de betreffende vergadering het gehele geplaatste kapitaal is vertegenwoordigd en mits met algemene stemmen.
(…)
BESLUITEN BUITEN VERGADERING
Artikel 20
1.
1. Besluiten van aandeelhouders kunnen in plaats van in algemene vergaderingen ook schriftelijk – waaronder mede begrepen telefax- of telexbericht – buiten vergadering worden genomen, mits met algemene stemmen van alle tot stemmen bevoegde aandeelhouders."
3.2.1.In de onderhavige procedure vordert [appellant] , na wijziging van eis bij conclusie van repliek, verkort weergegeven, primair voor recht te verklaren dat het schorsingsbesluit en/of het ontslagbesluit (ver)nietig(d) is, althans vernietiging ervan, en veroordeling van [Pet Nutrition] om hem weder tewerk te stellen, op straffe van verbeurte van een dwangsom, en om het hem toekomende salaris per 2 augustus 2013 te betalen, vermeerderd met vakantiebijslag, overige emolumenten en de wettelijke verhoging wegens vertraging als bedoeld in artikel 7:625 BW.
Subsidiair vordert [appellant] veroordeling van [Pet Nutrition] tot betaling van:
- € 58.829,84 bruto als gefixeerde schadevergoeding, onder aftrek van het reeds aan [appellant] betaalde bedrag van € 42.100,- bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging,
- € 132.059,23 bruto als vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag;
- € 25.000,- netto als vergoeding van immateriële schade.
Tevens (primair en subsidiair) vordert [appellant] veroordeling van [Pet Nutrition] tot betaling van € 24.074,41 bruto, waarin begrepen een [appellant] toekomende (gereserveerde) bonus (€ 11.793,60 bruto), een vergoeding voor negen niet opgenomen vakantiedagen (€ 3.498,91 bruto), wettelijke verhoging en achterstallige vakantiebijslag (€ 1.249,-), een en ander te verminderen met het reeds door [Pet Nutrition] betaalde bedrag en te vermeerderen met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.2.Aan zijn primaire vordering heeft [appellant] , kort samengevat, ten grondslag gelegd dat het schorsingsbesluit van 29 juli 2013 ingevolge de artikelen 2:14 en 2:15 BW nietig dan wel vernietigbaar is omdat het besluit ten onrechte niet door de algemene vergadering van aandeelhouders is genomen. Ook het ontslagbesluit is volgens [appellant] in strijd met de statutaire bepalingen genomen en daarom nietig dan wel vernietigbaar. Voorts is het besluit in strijd met artikel 2:8 BW genomen, welk artikel voorschrijft dat de vennootschap en de daarbij betrokkenen zich jegens elkaar moeten gedragen naar hetgeen door de redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd. Het besluit is ten onrechte tijdens een buitengewone vergadering van de aandeelhouders genomen, in plaats van tijdens een algemene vergadering. De oproepingsvereisten voor een buitengewone vergadering zijn niet in acht genomen. Aan [appellant] is geen reële mogelijkheid geboden zich te verweren tegen het ontslag (daarover te worden gehoord) en [Pet Nutrition] daarover te adviseren. Niet is de vereiste zorgvuldigheid betracht, aldus [appellant] .
Aan zijn subsidiaire vordering heeft [appellant] ten grondslag gelegd dat de aan hem uitbetaalde gefixeerde schadevergoeding (het loon dat verschuldigd zou zijn geweest over de opzegtermijn bij regelmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst) te laag is berekend; ten onrechte is geen rekening gehouden met de vergoeding voor niet-opgenomen vakantiedagen, de [appellant] toekomende bijdrage in zijn pensioenpremie en de bonus over 2013. Voorts stelt [appellant] zich op het standpunt dat de gevolgen van het ontslag voor hem te ernstig zijn in vergelijking met het belang van [Pet Nutrition] bij opzegging van de arbeidsovereenkomst, zodat het verleende ontslag kennelijk onredelijk is en hem daarom een vergoeding toekomt.
Tenslotte voert [appellant] aan (primair en subsidiair) dat [Pet Nutrition] hem, berekend tot en met 2 augustus 2013 (de datum van het ontslag), te weinig heeft uitbetaald. Verzuimd is de hem toekomende (gereserveerde) bonus, een vergoeding voor niet-opgenomen vakantiedagen en vakantiebijslag uit te keren.
3.2.3.[Pet Nutrition] heeft verweer gevoerd tegen de vorderingen.
3.2.4.Bij vonnis in het incident van 26 maart 2014 heeft de rechtbank de door [appellant] gevraagde voorlopige voorziening, strekkende tot veroordeling van [Pet Nutrition] tot betaling van een voorschot van € 50.000,- bruto op het in de hoofdzaak gevorderde, toegewezen tot een bedrag van € 28.741,64 bruto, zulks ter zake van achterstallige loonbetalingen tot 2 augustus 2013 en wettelijke verhoging.
Tegen dit vonnis heeft [Pet Nutrition] hoger beroep ingesteld. Dat hoger beroep is door dit hof behandeld onder zaaknummer HD 200.147.485/01. Bij arrest in het incident van 1 juli 2014 heeft het hof de in dat hoger beroep door [Pet Nutrition] ingestelde vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis van 26 maart 2014, afgewezen. Bij arrest in de hoofdzaak van 28 april 2015 heeft het hof het vonnis in het incident van 26 maart 2014 vernietigd en het door [Pet Nutrition] bij wijze van voorlopige voorziening aan [appellant] te betalen bedrag nader vastgesteld op (verlaagd tot) € 5.000,-.
3.2.5.Bij het tussenvonnis van 26 maart 2014 heeft de rechtbank in de hoofdzaak een comparitie van partijen gelast. Van de zitting is proces-verbaal opgemaakt.
3.2.6.Bij het bestreden vonnis van 22 april 2015 is de rechtbank tot de slotsom gekomen dat het schorsingsbesluit noch het ontslagbesluit nietig of vernietigbaar is, zodat de primaire vordering van [appellant] (wedertewerkstelling en doorbetaling van het salaris) niet toewijsbaar is.
Voorts is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat niet kan worden vastgesteld dat [Pet Nutrition] in strijd met de algemeen aanvaarde beginselen van goed werkgeverschap heeft gehandeld en dat geen sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag, zodat [appellant] geen aanspraak kan maken op vergoeding van materiële of immateriële schade.
Wel is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat [Pet Nutrition] aan [appellant] een te laag bedrag aan gefixeerde schadevergoeding heeft toegekend en dat aan [appellant] nog een bedrag toekomt ter zake van (achterstallige) salarisbetalingen. De rechtbank heeft [Pet Nutrition] veroordeeld tot betaling aan [appellant] van € 8.451,51 bruto in hoofdsom, te vermeerderen met wettelijke rente en met € 1.100,26 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten. Eerstgenoemd bedrag is als volgt opgebouwd (rechtsoverweging 3.25 van het bestreden vonnis: € 8.424,- gefixeerde schadevergoeding, € 11.793,60 bonus, € 3.498,91 vakantiedagen, € 8.809,41 ter zake van wettelijke verhoging van 50% over diverse bedragen (in totaal € 32.525,92 bruto), verminderd met het bij het vonnis in het incident reeds toegewezen en door [Pet Nutrition] betaalde bedrag van € 28.741,64 bruto. Omdat [appellant] gedeeltelijk in het gelijk is gesteld en een procedure heeft moeten starten om zijn vordering voldaan te krijgen, is [Pet Nutrition] in de proceskosten veroordeeld.
Bij verbetervonnis van 27 mei 2015 heeft de rechtbank op verzoek van [appellant] een kennelijke verschrijving in de proceskostenveroordeling gecorrigeerd.