Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend, belanghebbende heeft schriftelijk gerepliceerd en de Inspecteur gedupliceerd.
Ter zitting zijn de zaken 16/03957 en 17/00433 gezamenlijk, doch niet gevoegd, behandeld.
2.Feiten
9 oktober 2014 en had, op het tijdstip waarop de RDW een schouw heeft uitgevoerd, een kilometerstand van 96. Op het moment van registratie in het Nederlandse kentekenregister (23 april 2015) verkeerde de auto in een onbeschadigde staat.
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.
De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.
4.Gronden
Wet BPM 1992 te gelden heeft als een nieuw voertuig, in lijn is met artikel 110 van het VWEU. Aangezien de onderhavige auto na vervaardiging ervan niet of nauwelijks in gebruik is geweest, is naar het oordeel van de Inspecteur sprake van een nieuwe auto.
5.Beslissing
verklaarthet hoger beroep ongegrond; en
bevestigtde uitspraak van de Rechtbank.