Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
19. Issue or Cancellation of Units
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
“the person responsible for the register”toestond dat de units vrij werden verhandeld. Belanghebbende stelt kennelijk (zie 2.3) dat uit de in 2.4 aangehaalde clausules 19 en 21 van de trustakte en uit de in 2.5 aangehaalde tekst van de prospectus blijkt dat de units verhandelbaar zijn. De rechtbank volgt belanghebbende niet in deze stelling, nog daargelaten dat de documenten (gedeeltelijk) dateren van ná de onderhavige jaren. In de clausules 19 en 21 van de trustakte wordt niets bepaald over de verhandelbaarheid van de units. Ook de prospectus biedt onvoldoende steun voor de stelling van belanghebbende.
conditio sine qua nonis voor de buitenlandse belastingplicht van (onder andere) doelvermogens (zie artikel 3, lid 1, van de Wet Vpb), is belanghebbende, bij gebreke van dat inkomen, niet buitenlands belastingplichtig. Zoals uit het hiervóór onder 4.7 overwogene volgt, zou belanghebbende, indien zij in Nederland zou zijn gevestigd, evenmin als zodanig aan de heffing van vennootschapsbelasting worden onderworpen. Van enig verschil in behandeling in de context van de heffing van vennootschapsbelasting is derhalve geen sprake. Net zo min als dat belanghebbende als buiten Nederland gevestigd subject aanspraak kan maken op teruggaaf van dividendbelasting, zou belanghebbende bij vestiging in Nederland daarop aanspraak kunnen maken.