GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
zaaknummers 200.174.397/01 en 200.174.411/01
in de op de rol gevoegde zaken
met nummer 200.174.397/01 (hierna: zaak 397)
[appellant zaak 397],
wonende te [woonplaats] ,
appellant in principaal hoger beroep,
geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als [appellant zaak 397] ,
advocaat: mr. C.A.M. Slegers te ’s-Hertogenbosch,
[beveiliging] Beveiliging B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde in principaal hoger beroep,
appellante in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als [beveiliging] ,
advocaat: mr. H.M.L. Dings te Venlo,
met nummer 200.174.411/01 (hierna: zaak 411)
[beveiliging] Beveiliging B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
advocaat: mr. H.M.L. Dings te Venlo,
[geintimeerde zaak 411],
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als [geintimeerde zaak 411] ,
advocaat: mr. C.A.M. Slegers te ’s-Hertogenbosch,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 13 december 2016, 21 maart 2017 en 21 november 2017 in het hoger beroep van de vonnissen van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch van 12 november 2014 en 22 april 2015 gewezen onder zaak-/rolnummer C/01/236148 HA ZA 11-1445 tussen [appellant zaak 397] (naast [geintimeerde zaak 411] ) als gedaagde tevens eiser in het verzet, en [beveiliging] als eiseres tevens gedaagde in het verzet.
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 13 december 2016, 21 maart 2017 en 21 november 2017 in het hoger beroep van de vonnissen van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch van 12 december 2012, 12 november 2014 en 22 april 2015 gewezen onder zaak-/rolnummer C/01/236148 HA ZA 11-1445 tussen [beveiliging] als eiseres tevens gedaagde in het verzet en [geintimeerde zaak 411] (naast [appellant zaak 397] ) als gedaagde tevens eiser in het verzet.