ECLI:NL:GHSHE:2018:2895
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Eindbeslissing over verzoeken tot benoeming deskundige en voorlopig getuigenverhoor in civiele procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over verzoeken van de verzoekster, wonende in de Verenigde Staten, tot het benoemen van een paardentaxateur als deskundige en het houden van een voorlopig getuigenverhoor. De verzoekster had eerder, in 2015, het hof verzocht om een voorlopig deskundigenonderzoek te bevelen, waarbij zowel een veterinair deskundige als een paardentaxateur benoemd dienden te worden. Tijdens de mondelinge behandeling in september 2016 werd besloten om de inhoudelijke behandeling van het verzoek tot benoeming van de paardentaxateur aan te houden, in afwachting van de bevindingen van de veterinair deskundige.
In de tussenbeschikking van 30 november 2017 werd bepaald dat de verzoekster een aanvullend voorschot voor de kosten van de deskundige moest betalen. Het hof ontving vervolgens verschillende stukken, waaronder deskundigenrapporten en memorie's van antwoord van de betrokken partijen. De verzoekster stelde dat het letsel van het dressuurpaard U2 van invloed was op de waarde van het paard en dat dit door een paardentaxateur vastgesteld diende te worden.
Het hof oordeelde dat het verzoek tot benoeming van een paardentaxateur prematuur was en dat er te veel onduidelijkheden bestonden om dit verzoek op dit moment toe te wijzen. Ook het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor werd afgewezen, omdat het hof van mening was dat dit verzoek in strijd was met een goede procesorde. De beslissing over de proceskosten werd aangehouden tot de uitspraak in de hoofdzaak.