ECLI:NL:GHSHE:2018:2864
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de partnervrijstelling bij erfbelasting en de vereisten voor partnerschap
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toepassing van de partnervrijstelling bij erfbelasting. De belanghebbende, wonende in Zwitserland, was de enige erfgenaam van de erflater, die in 2014 was overleden. De Belastingdienst had een aanslag erfbelasting opgelegd van € 386.730, gebaseerd op een belaste verkrijging van € 996.130. De belanghebbende stelde dat zij recht had op de partnervrijstelling, omdat zij en de erflater feitelijk samenwoonden en over een gemeenschappelijk graf beschikten. Het Hof oordeelde echter dat er geen sprake was van een huwelijk in de zin van het Burgerlijk Wetboek, aangezien er geen huwelijksakte was en de belanghebbende niet op hetzelfde adres als de erflater stond ingeschreven in de basisregistratie personen. Het Hof bevestigde dat de wetgever een objectief criterium heeft gekozen voor de definitie van partnerschap, namelijk de inschrijving in de basisregistratie. De belanghebbende kon daarom niet als partner worden aangemerkt en kwam niet in aanmerking voor de partnervrijstelling. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de Rechtbank werd bevestigd.