In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een belanghebbende die in de Verenigde Staten woont en in 2012 een overbruggingslijfrente-uitkering heeft ontvangen van Aegon Levensverzekering N.V. De belanghebbende stelt dat hij in rechte te beschermen vertrouwen heeft gewekt dat deze uitkering niet in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) heffing betrokken zou worden. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt. De belanghebbende heeft in eerdere jaren geen lijfrente-uitkeringen aangegeven en de Inspecteur heeft deze gedragslijn gevolgd, wat bij de belanghebbende de indruk wekte dat deze standpuntbepaling bewust was. Het Hof concludeert dat de aanslag IB/PVV 2012 moet worden verminderd tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 52.100. De uitspraak van de Rechtbank wordt vernietigd en de beschikking belastingrente wordt dienovereenkomstig verminderd. De Inspecteur wordt veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht dat door de belanghebbende is betaald.