Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaarthet hoger beroep ongegrond, en
- bevestigtde uitspraak van de Rechtbank.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de waarde van een onroerende zaak, gelegen aan de [a-straat] 30 te [woonplaats]. De belanghebbende, een eigenaar van een perceel grond met een vrijstaande woning, garage, paardenstal en carport, was in geschil met de Heffingsambtenaar van de gemeente Bernheze over de vastgestelde waarde van de onroerende zaak voor het belastingjaar 2014, die door de Heffingsambtenaar was vastgesteld op € 352.000. De belanghebbende stelde dat de waarde te hoog was vastgesteld, mede vanwege grondwaterverontreiniging en de toepassing van de cultuurgrondvrijstelling.
Het Hof heeft vastgesteld dat de belanghebbende tijdig heeft aangegeven dat hij terugkomt op een eerdere overeenstemming over de toepassing van de cultuurgrondvrijstelling. Het Hof heeft geoordeeld dat de grond die in gebruik is bij een veehouderij en paardenfokkerij als bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond kan worden aangemerkt. De oppervlakte van de cultuurgrond is door het Hof vastgesteld op 15.053 m². Het Hof heeft ook geoordeeld dat de Heffingsambtenaar voldoende rekening heeft gehouden met waardedrukkende factoren, zoals de ligging van de onroerende zaak en de grondwaterverontreiniging.
De belanghebbende heeft betoogd dat de waarde van de onroerende zaak nihil zou moeten zijn vanwege de onzekerheid over de sanering van de grondwaterverontreiniging. Het Hof heeft echter geoordeeld dat, zelfs als sanering in de toekomst noodzakelijk zou zijn, dit niet tot schade voor de belanghebbende zou leiden, aangezien hij niet de veroorzaker van de verontreiniging is. Het Hof heeft de waarde van de onroerende zaak bevestigd en het hoger beroep ongegrond verklaard.