ECLI:NL:GHSHE:2017:4747
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake navorderingsaanslagen en bestuurlijke boeten in de inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, die op 22 april 2016 uitspraak deed in een geschil over navorderingsaanslagen en bestuurlijke boeten in de inkomstenbelasting voor de jaren 2007 en 2008. Belanghebbende, die een eenmanszaak in de groothandel in vlees exploiteert, heeft navorderingsaanslagen ontvangen die zijn opgelegd door de Inspecteur van de Belastingdienst. De Inspecteur heeft de aangiften van belanghebbende gecorrigeerd, omdat hij van mening was dat de inkoopkosten die belanghebbende had opgevoerd, niet juist waren. De Rechtbank heeft de beroepen van belanghebbende gegrond verklaard, maar de boetebeschikkingen gematigd. Belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij stelt dat hij de vereiste aangiften heeft gedaan en dat de opgelegde boeten onterecht zijn. De Inspecteur heeft incidenteel hoger beroep ingesteld, omdat hij vindt dat de boeten te veel zijn gematigd. Het Hof heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat belanghebbende niet de vereiste aangiften heeft gedaan, waardoor de bewijslast is verzwaard. Het Hof oordeelt dat de inkoopkosten niet volledig als zodanig kunnen worden geaccepteerd en bevestigt de uitspraak van de Rechtbank, waarbij de boeten zijn gematigd, maar niet verder dan door de Rechtbank is gedaan. Het Hof concludeert dat de uitspraak van de Rechtbank moet worden bevestigd en dat de Inspecteur moet worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten van belanghebbende.