In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 25 april 2017, betreft het een incident ex artikel 853a Rv. De appellant, Credis Inkomens-en Vermogensbeheer BV, in de hoedanigheid van bewindvoerder van zijn ex-partner, heeft een vordering ingesteld tot overlegging van een uittreksel van het kadaster te Suriname. Dit is bedoeld om vast te stellen of er onroerend goed aanwezig is dat valt binnen de huwelijksgoederengemeenschap. De partijen zijn op 18 november 2013 gehuwd in algehele gemeenschap van goederen, en de echtscheiding is uitgesproken op 22 december 2014. De rechtbank had eerder geoordeeld dat een lening van € 220.000,00 die door de appellant aan de geïntimeerde was verstrekt, door het huwelijk in de gemeenschap was gevallen.
In het incident vorderde de appellant inzage in bankafschriften en een uittreksel van het kadaster. Het hof oordeelde dat de appellant onvoldoende rechtmatig belang had bij de inzage in de bankafschriften, maar dat hij wel recht had op het gevraagde uittreksel van het kadaster. Het hof overwoog dat de appellant voldoende feiten had aangevoerd die een redelijk vermoeden deden ontstaan dat de geïntimeerde onroerend goed in Suriname bezat dat onderdeel uitmaakte van de huwelijksgoederengemeenschap. Het hof heeft de geïntimeerde veroordeeld om binnen acht weken het gevraagde uittreksel te overleggen, en de overige vorderingen zijn afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, en de zaak is verwezen naar de rol voor memorie van grieven aan de zijde van de appellant.