Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
8.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 12 april 2016;
- de akte houdende bewijslevering van [appellant] met 2 producties;
- de antwoordakte van Flex Force;
- het proces-verbaal van de enquête van 15 augustus 2016;
- de memorie na enquête van [appellant] ;
- de antwoordmemorie na enquête van Flex Force.
9.De verdere beoordeling
(artikel 1 lid 2“De overeenkomst wordt aangegaan voor de duur van de Opdracht en eindigt van rechtswege op het moment dat de Opdracht eindigt, zonder dat daarvoor enige opzeggingshandeling is vereist”,zie r.o. 6.1.2.) is te kwalificeren als een ontbindende voorwaarde. Deze is volgens [appellant] niet rechtsgeldig, aangezien het gesloten ontslagstelsel met deze ontbindende voorwaarde wordt omzeild en het intreden van de voorwaarde niet objectief bepaalbaar is en afhankelijk van de wil of subjectieve beoordeling van een belanghebbende partij, te weten [belanghebbende partij] .
Artikel 1 lid 2: “De overeenkomst eindigt (…) uiterlijk 1 november 2013, tenzij partijen daarvoor schriftelijk een verlenging overeenkomen.”,zie r.o. 6.1.2
.).