Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- de memorie van grieven met producties en een eiswijziging;
- de memorie van antwoord.
6.De beoordeling
Op deze arbeidsovereenkomst is een wederzijdse proeftijd van toepassing van 1 maand.
Omschrijving opdracht: verantwoordelijk gehele inkooptraject Tebodin [plaats] .
“Werknemer is tot nadere aankondiging verantwoording verschuldigd aan de directie van Werkgever”(artikel 2 lid 3). Deze bepaling past niet bij het karakter van een uitzendovereenkomst. Minstens zo belangrijk acht het hof dat, wanneer het de bedoeling was van Flex Force om een uitzendovereenkomst met [appellant] aan te gaan, zij daarvan schriftelijk opgave had moeten doen aan [appellant] . Gelet op het karakter van een uitzendovereenkomst, waarbij een werknemer minder rechtsbescherming heeft dan bij een reguliere arbeidsovereenkomst, dient de opgave als bedoeld in artikel 7:655 lid 1 aanhef en onder m BW voldoende duidelijk te geschieden. Anders dan Flex Force heeft aangevoerd, blijkt niet voldoende duidelijk uit de tekst van de overeenkomst dat deze is bedoeld als een uitzendovereenkomst. Volgens Flex Force had [appellant] dat moeten afleiden uit artikel 1 lid 2. Het hof deelt die mening niet, omdat die bepaling eerder duidt op een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, hetgeen aansluit bij de aanhef van de overeenkomst:
“Arbeidsovereenkomst (voor bepaalde tijd /duur van de opdracht)”.Voorts vormt het hiervoor weergegeven artikel 2 lid 3 een contra indicatie voor een uitzendovereenkomst. Tot slot acht het hof van belang dat nergens in de overeenkomst melding wordt gemaakt van ‘uitzenden’ of ‘uitzendovereenkomst’ of vergelijkbare bewoordingen. Flex Force heeft niet aangevoerd dat zij [appellant] op andere wijze dan bij overeenkomst schriftelijk of elektronisch heeft medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst een uitzendovereenkomst is als bedoeld in artikel 7:690 BW.