In deze zaak heeft een werknemer, bij wie maligne mesothelioom is geconstateerd, zijn voormalig werkgever aangeklaagd op basis van artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek. De werknemer stelt dat zijn ziekte het gevolg is van blootstelling aan asbest tijdens zijn werk. In eerste aanleg heeft de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 april 2016 een vonnis gewezen, waartegen de werkgever in hoger beroep is gegaan. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 22 november 2016 de zaak behandeld en besloten dat er getuigen gehoord moeten worden. Tevens heeft het hof een meervoudige comparitie gelast om te proberen een minnelijke regeling te treffen of om door te verwijzen naar mediation. De comparitie is bedoeld om informatie uit te wisselen en instructies te geven met betrekking tot de zaak. De advocaat van de appellante is opgedragen om uiterlijk 13 december 2016 een fotokopie van het volledige procesdossier over te leggen. Het hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden en de zitting is gepland voor 12 januari 2017.