Uitspraak
1.Het verdere verloop van het geding
2.De verdere beoordeling
“(…) in de ovens(toevoeging ktr: de [naam oven] )
waren ook koorden verwerkt (afdichtingskoorden) waarvan bekend is dat daar soms asbest in verwerkt was.”(…) U vraagt mij waar in de [naam oven] zich de koorden bevinden. Dat is aan de binnenkant van de klep; deze koorden zijn altijd zichtbaar.”Deze verklaring van [eiser] wordt ondersteund door de verklaringen van de heer [x] (hierna: [x] ) en de heer [xx] (hierna: [xx] ) die destijds bij [gedaagde] in dienst waren. Getuige [x] verklaart blijkens het proces-verbaal van het voorlopige getuigenverhoor van 2 april 2013:
“Ik was van augustus 1983 tot augustus 2000 in dienst van [gedaagde] . (…) Bij het bedienen van de grote oven vertoonden de koorden van de luikjes slijtage. (…) U vraagt mij de koorden te beschrijven waar ik het net over had, die zich rond de luikjes bevinden. Dat waren koorden van katoen, twee centimeter dik, in elkaar gevlochten. (…) Ik had destijds geen vermoeden dat zich hier mogelijk asbest in zou bevinden.”Getuige [xx] verklaart blijkens het proces-verbaal van getuigenverhoor van 1 juni 2015: “
Ik ben in 1988, naar ik meen op 1 maart, in dienst getreden bij wat toen nog [naam] heette. (…)Ik begrijp dat u het met mij wilt hebben over de grootbroodoven, gebouwd door bakovenbouw [naam oven] . (…) Die oven had 5 kijkluikjes, (…) Het luikje, dat wil zeggen het bewegende deel, was aan de achterzijde, dat wil zeggen de zijde die in gesloten stand tegen de eigenlijke oven aanzat, voorzien van een afdichtingskoord. (…) Of dat koord al bij de fabricage door [naam oven] is aangebracht of dat dat later bij [naam] is gebeurd zou ik u niet kunnen zeggen. Ik weet zeker dat die luikjes aan de achterzijde zo’n koord hadden.(…)”
“Ik ben in 1984 bij [naam oven] in [adres] begonnen. (…) Ik heb bij mijn archiefonderzoek gevonden dat de aan [naam] geleverde directe gestookte oven van het type X was en een voorloper was van het type [y] . Ik heb gekeken naar de kijkluikjes. (…) De kijkluikjes van het type X hadden geen afdichting. Daar sloot het gietijzer van de luikjes rechtstreeks op het gietijzer van de achterplaat van het luiksysteem. (…) Ik voeg (…) nog toe dat ik zelf nooit, zo ver ik me kan herinneren bij het [naam] in [adres] ben geweest.”[xxx] verwijst naar tekeningen en foto’s van oven X die door [gedaagde] zijn overgelegd. Blijkens het proces-verbaal van getuigenverhoor van 12 januari 2015 verklaart [xxx] :
“ Op foto 7 is het luik eigenlijk het beste te zien. (…) Op deze foto 7 staat geen afdichtingsmateriaal vermeld. Ik leid daaruit af dat dat er ook niet was. Ik merk op dat op foto 1 en 2 wel afdichtingsmateriaal is vermeld en het zou mij logisch lijken dat als het er op deze plek ook was het ook vermeld zou zijn. Daarnaast is het naar mijn mening zo dat er bij deze constructie eenvoudig geen plaats is voor afdichtingsmateriaal. (…) Ik acht het buitengewoon onwaarschijnlijk dat later door [naam] als afnemer van deze machine alsnog op deze plek afdichtingsmateriaal is aangebracht dan wel daartoe opdracht is gegeven aan een ander bedrijf of aan [naam oven] .”
“Ik kan u verklaren dat ik veel onderzoek heb verricht aan [naam oven] -ovens van het type zoals destijds in gebruik bij [gedaagde] . Ik deed dat uit hoofde van mijn adviseurschap en onderzoekerschap bij [naam] . (…) In een eerdere verklaring heb ik inderdaad weergegeven dat ongebonden asbest voorkomt in koorden die worden gebruikt als hittebestendig afdichtingsmateriaal voor onder andere de inspectieluikjes. (…) Dergelijk materiaal was standaard in die ovens aanwezig, maar wordt sinds een jaar of 10 vervangen door ander materiaal.”Voorts verklaart [naam] in het proces-verbaal van 13 oktober 2014:
“Ik heb in veel bedrijven die luikjes gezien en er zat daar materiaal dat ik niet anders kende dan asbestkoord. (…) Dat asbestkoord was 1 geheel en dat lag dus als 1 geheel rond het vierkant van de opening. Ik ben ervan overtuigd dat wat met asbestkoord werd aangeduid daadwerkelijk asbest bevatte, omdat het er kort gezegd ook zo uitzag (…) Daar komt bij dat in die tijd, voor zover ik weet, ook geen alternatief bestond voor dat asbestkoord. (…) De praktijk is nu dat er glasvezelkoord wordt gebruikt in plaats van het vroegere asbestkoord.”[naam] verklaart blijkens het proces-verbaal van 13 oktober 2014:
“Sinds 1978 ben ik bij [naam] (…) werkzaam. (…) Ik ben zowel voor als na 1996 voor mijn werk in veel industriële bakkerijen geweest voor allerlei soorten onderzoek (…) Bij (…) metingen zag ik in de meeste ovens, met name de oudere, afdichtingsmateriaal tussen het luikje en de eigenlijke oven. Ik heb daar geen onderzoek naar gedaan, maar ik ging er van uit dat het afdichtingsmateriaal asbestkoord was. (…) Wat ik mij van die koorden herinner dat ze in elkaar gevlochten waren, een grovere structuur dan katoen en 1 a 1,5 cm dik ”[gedaagde] heeft het algemeen gebruik van asbestkoorden in oude ovens als de [naam oven] in haar conclusie na enquête niet, althans onvoldoende gemotiveerd, weersproken. Uit de door [eiser] overgelegde lijst van de Arbeidsinspectie van 1980 (als productie 18 bij conclusie na enquête) blijkt ook dat asbestkoord onder meer in ovens werd gebruikt. Gelet op het voorgaande, de uitvoerige verklaringen van [naam] en [naam] en nu er geen enkele aanwijzing is dat de koorden van ander materiaal waren dan van asbest neemt de kantonrechter als vaststaand aan dat de koorden van asbest waren.
“Bij het bedienen van de grote oven vertoonden de koorden van de luikjes slijtage. (…) Wij als medewerkers van de bakkerij keken wel zo’n 15 à 20 keer per uur door de luikjes, waarbij wij de klep iedere keer open en dicht deden. Het staat mij bij dat ik weleens gezien heb dat zo’n koord door onze eigen technische dienst werd vervangen.”[naam] verklaart blijkens het proces-verbaal van 2 april 2013:
“Bij het openen en sluiten van de luiken zal niemand aan het asbest zitten maar door de hitte kan er asbest in de lucht terecht komen en dus in aanraking met een bakker die met zijn hoofd vlak voor de oven aanwezig is. Dat laatste gebeurt overigens als de koorden oud en broos zijn (bij ovens van twintig à dertig jaar oud) en niet bij nieuwe ovens. In de praktijk zal een dergelijk koord eens in de vijf jaar vervangen worden. De koorden worden dus alleen broos en oud als er onvoldoende onderhoud wordt gepleegd. U vraagt mij nog wanneer het koord volgens het reguliere onderhoud vervangen zou worden: dat zal gebeuren wanneer het zodanig versleten is dat het te oud en te broos is voor verder gebruik. De asbest is dan al gedeeltelijk verdwenen.”Daarnaast verklaart [naam] blijkens het proces-verbaal van 13 oktober 2014:
“Er was asbestkoord in veel van de magazijnen van die bakkerijen. Dat weet ik omdat ik nog wel eens als ik dan een onderzoek begon stuitte op een beschadigde afdichting. Ik zei dan dat mij leek dat dat wel vervangen moest worden en in de praktijk gebeurde dat ook.(…) Wat ik net zei over het vervangen van dat verpulverde of vergane asbestkoord in sommige gevallen heb ik niet waargenomen die keren dat ik bij [naam] was.”[xx] verklaart blijkens het proces-verbaal van 1 juni 2015:
“Ik ben in 1988 in dienst getreden bij wat toen nog [naam] was. Ik heb weleens gezien dat een koord stuk was en dat er stoom vrijkwam, maar ik kan u niet zeggen of dat specifiek bij [naam] het geval was of bij een van de andere bakkerijen. Door de technische dienst werd genoemd koord vervangen, kortgezegd als daar aanleiding voor was. Dat kon gewone slijtage zijn, maar ook wel een beschadiging op een specifieke plek. Er was niet een, wat je zou kunnen noemen, een koordvervangingsprogramma. Koorden werden vervangen als er kortgezegd wat mee was. Dat deden onze eigen monteurs. Mij staat bij dat de monteurs daarvoor dat koord bestelden. Ik kan mij niet herinneren dat er een koordvoorraad was.”Op basis van de verklaring van [x] in combinatie met de verklaringen van [naam] en [xx] is naar het oordeel van de kantonrechter vast komen te staan dat het bij [gedaagde] voorkwam dat de koorden van de luikjes door veelvuldig gebruik beschadigd waren. De kantonrechter is van oordeel dat door de beschadigde koorden met het oog niet waarneembare vezels in de lucht worden verspreid en daardoor het risico er was dat deze werden ingeademd. Gelet op het voorgaande en nu [eiser] uit hoofde van zijn functie bij [gedaagde] het bakproces diende te controleren door gebruik van de inspectieluikjes met asbestkoorden is de kantonrechter van oordeel dat [eiser] daardoor aan asbest is blootgesteld.
3.De beslissing
woensdag 18 mei 2016 te 9.00 uur, voor het nemen van een conclusie na tussenvonnis door [eiser] zoals bedoeld in overweging onder 2.22;