Uitspraak
1.[appellant 1] ,zonder vaste woon- of verblijfplaats, thans verblijvende te [plaats 1] ,
[appellant 2] ,zonder vaste woon- of verblijfplaats, thans verblijvende te [plaats 1] ,
voorheen gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
niet verschenen,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
Op basis van door Mr. Gulickx bij brief van 13 september 2016 vervolgens overgelegde handtekeningformulieren blijkt dat de respectieve stukken op beide adressen zijn ontvangen op 17 augustus 2016 om respectievelijk 12 uur 25 en 10 uur 22.
Toen op de (eerste) zitting van 12 januari 2016 niemand namens Flex was verschenen en de inhoud van de brief van 22 december 2015 kennelijk wel is voorgedragen (het hof leidt dit af uit het door mr. Gulickx verklaarde op blad 2 van het proces-verbaal van de zitting van 10 mei 2016; van de zitting van 12 januari 2016 is geen proces-verbaal opgemaakt), kon de rechtbank naar het oordeel van het hof gezien artikel 19 Bet-Vo niet anders dan de zaak aanhouden, teneinde eerst de betekening van het verzoek/de oproeping aan de schuldenaar in Polen te hebben laten plaatsvinden met in achtneming van de eisen van de Bet-Vo. Dat hierbij de rechtbank klaarblijkelijk gekozen heeft voor betekening door de werknemers zelf conform de Betekeningsverordening, in plaats van op de voet van artikel 14 Betekeningsverordening juncto artikel 2 lid 3 Uitvoeringswet Betekeningsverordening de oproeping zelf ter hand te nemen, kan thans in ieder geval niet tot een ander oordeel leiden.
Een procesreglement kan volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad allereerst geen afbreuk doen aan wettelijke regelingen (vergelijk o.m. HR 27 januari 2012 ECLI:NL:HR:2012:BU8513 ), dus ook niet aan het hierboven weergegeven gesloten stelsel van rechtsmiddelen ingevolge artikel 360 Fw. Van enige afbreuk door het PR is overigens op dit punt geen sprake: niet artikel 1.1.3.1. PR doch artikel 3.3.1 (zie immers artikel 1.1.1.1 PR voor wat betreft de regelingen in het bijzonder deel) beheerst het verweerschrift in hoger beroep in dit geval en daarin is niet voorzien in incidenteel hoger beroep.