ECLI:NL:HR:2012:BU8513
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- M.A. Loth
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Recht op pleidooi in hoger beroep en de eisen van goede procesorde
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om het recht op pleidooi in hoger beroep en de eisen van een goede procesorde. De eisers, Weef B.V. en Maico Investments B.V., hebben in cassatie beroep ingesteld tegen de weigering van het gerechtshof te Amsterdam om hen in de gelegenheid te stellen hun zaak te bepleiten. De Hoge Raad oordeelt dat partijen in beginsel recht hebben op pleidooi, en dat een weigering van dit recht slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan plaatsvinden. De Hoge Raad verwijst naar artikel 134 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat stelt dat partijen de gelegenheid moeten krijgen om hun standpunten mondeling toe te lichten voordat de rechter beslist. De Hoge Raad benadrukt dat de afwijzing van een verzoek om pleidooi deugdelijk gemotiveerd moet zijn en dat de redenen voor afwijzing expliciet moeten worden vermeld.
In deze zaak hebben de eisers verzocht om pleidooi nadat de zaak naar de rol was verwezen voor partijberaad. Het hof heeft dit verzoek afgewezen op basis van het argument dat de mogelijkheid om pleidooi te vragen was gepasseerd, omdat er al een aktewisseling had plaatsgevonden. De Hoge Raad oordeelt echter dat deze redenering niet in overeenstemming is met de wet en dat de eisen van een goede procesorde niet rechtvaardigen dat een verzoek om pleidooi wordt afgewezen enkel op basis van het feit dat er al een aktewisseling heeft plaatsgevonden. De Hoge Raad vernietigt de arresten van het hof en verwijst de zaak terug naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
De Hoge Raad concludeert dat de weigering van het hof om het verzoek om pleidooi in te willigen blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting. De uitspraak van de Hoge Raad onderstreept het belang van het recht op pleidooi in het procesrecht en de noodzaak voor rechters om dit recht te respecteren, tenzij er klemmende redenen zijn om dit niet te doen. De kosten van het geding in cassatie worden aan de zijde van de eisers begroot op een totaal van € 8.665,99.