Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
Mocht het hof van oordeel zijn dat er sprake is van een termijnoverschrijding in het kader van de beroepstermijn, dan is deze termijnoverschrijding verschoonbaar, nu [appellante] in eerste instantie niet werd bijgestaan door een advocaat.
(€ 34.023,03 van de totale schuldenlast van € 35.376,94) heeft bij volmacht aangegeven tegen het akkoord te zijn. De verificatievergadering en raadpleging/stemming is aangehouden totdat op het beroep is beslist.
Gegeven het bovenstaande kan tenslotte in het midden blijven dat het hof - ook niet met inachtneming van een ruimhartige blik ten aanzien van de vraag wat een grief is, vergelijk recent nog HR 8 juli 2016 ECLI:NL:HR:2016:1464 - in het feitenrelaas in het door [appellante] ingediende beroepsschrift niet kan ontwaren wat haar bezwaar is tegen de toelating tot de schuldsaneringsregeling, anders dan dat klaarblijkelijk iets niet is beproefd (het dwangakkoord) waar de rechtbank niet om is verzocht, dit nog los van de slagingskans van een dergelijk akkoord indien de crediteur, die meer dan 90% van de schuldenmassa als vordering heeft, er tegen is.