ECLI:NL:GHSHE:2016:2325
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de vaststelling van belastbare winst en verrekenbare verliezen in de inkomstenbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vaststelling van de belastbare winst uit onderneming van belanghebbende voor het jaar 2009. De belanghebbende, wonende in Duitsland, had bezwaar gemaakt tegen een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, die door de Inspecteur was opgelegd. De aanslag was aanvankelijk vastgesteld op een belastbaar inkomen van € 24.130, maar na bezwaar was dit bedrag verlaagd naar € 19.571. De belanghebbende betwistte de vaststelling van de belastbare winst en stelde dat er nog verrekenbare verliezen uit eerdere jaren waren die niet waren meegenomen in de aanslag.
Het Hof oordeelde dat de Inspecteur de belastbare winst uit onderneming correct had vastgesteld op € 2.529, en dat er in 2009 geen resterende verrekenbare verliezen uit de jaren 1995, 1998, 2000, 2001, 2002 en 2003 waren. De belanghebbende had niet aangetoond dat hij recht had op de zelfstandigenaftrek en de investeringsaftrek, en het Hof kon de stellingen van de belanghebbende niet volgen. De uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant werd bevestigd, en het hoger beroep werd ongegrond verklaard.
De beslissing van het Hof houdt in dat de belanghebbende niet in zijn gelijk werd gesteld en dat de aanslag in de inkomstenbelasting zoals vastgesteld door de Inspecteur, correct was. De proceskosten werden niet toegewezen, en beide partijen kregen de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.