Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
nietkan aangemerkt worden als “orthopedisch schoeisel” in de zin van post a.35. Hij heeft daarbij als reden genoemd dat hij het OSC-schoeisel “iets anders vindt dan semi-orthopedisch schoeisel”. Voorts heeft hij gesteld, dat hoewel hij onder de indruk is van de werkzaamheden aan de ter zitting getoonde schoen, en “het een knappe prestatie” vindt, hij de vraag opwerpt of de schoen – en overigens de gang van zaken vertoond op de dvd – wel representatief is voor het OSC-schoeisel dat belanghebbende ‘produceert’. Hij merkt op dat, zoals belanghebbende heeft erkend, de dvd speciaal voor de zitting is gemaakt.
zondereen functiewijziging een nieuwe zaak kan worden vervaardigd.
5.Beslissing
- verklaarthet hoger beroep gegrond;
- vernietigtde uitspraak van de Rechtbank;
- verklaarthet tegen de uitspraak van de Inspecteur ingestelde beroep gegrond;
- vernietigtde uitspraak van de Inspecteur;
- vernietigtde naheffingsaanslag;
- gelastdat de Inspecteur aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van, in totaal, € 788 vergoedt;
- veroordeeltde Inspecteur in de kosten van het geding bij de Rechtbank en het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op in totaal € 1.948.