Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1 augustus 2014, nummer AWB 13/6859, in het geding tussen
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Het kantoor is gelegen in het geldende bestemmingsplan [D] en wordt volledig gebruikt als kantoorruimte. Belanghebbende is gebruiker van het kantoor. Het kantoor is eigendom van [E] B.V. Deze vennootschap is een zustervennootschap van belanghebbende.
€ 1.663.000.
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
Noch de door belanghebbende in haar pleitnota gestelde huurwaarde van € 60 per m2, noch de bepleite kapitalisatiefactor van 9 is met concrete gegevens onderbouwd. Verder is de door belanghebbende ingebrachte rapportage van [F] niet toegespitst op de concrete situatie van het onderhavige kantoor en het Hof acht het daarom te algemeen van aard om als bewijs te kunnen dienen voor de stelling dat de door de Heffingsambtenaar vastgestelde waarde te hoog is
5.Beslissing
’s-Gravenhage. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen.