ECLI:NL:GHSHE:2015:3791

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
29 september 2015
Publicatiedatum
29 september 2015
Zaaknummer
HD 200.156.680_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwikkeling vennootschap onder firma in hoger beroep met betrekking tot eerdere vonnissen

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep in een geschil over de afwikkeling van een vennootschap onder firma. De appellant, handelende onder de naam Financiële Diensten, heeft hoger beroep ingesteld tegen de vonnissen van de rechtbank Oost-Brabant, die op 12 februari 2014 en 2 juli 2014 zijn gewezen. De appellant is zowel in principaal appel als in incidenteel appel betrokken, waarbij hij als gedaagde in conventie en eiser in reconventie optreedt. De geïntimeerden, waaronder Assurantiën B.V., zijn in deze procedure ook betrokken als gedaagden in de conventie en appellanten in het incidentele appel.

De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder de dagvaarding in hoger beroep, de memorie van grieven, en de memorie van antwoord. Het hof heeft geconstateerd dat de appellant ten onrechte geen gelegenheid is geboden om een antwoordakte te nemen, wat heeft geleid tot de beslissing om de zaak naar de rol te verwijzen. Dit biedt de appellant de kans om alsnog een antwoordakte in te dienen, waarna het hof opnieuw arrest zal bepalen.

De uitspraak van het hof op 29 september 2015 houdt in dat de zaak wordt verwezen naar de rol van 27 oktober 2015, met de mogelijkheid voor de appellant om een antwoordakte te nemen. Het hof heeft verder iedere beslissing aangehouden, wat betekent dat de uiteindelijke uitspraak nog niet is gedaan en de procedure voortgezet zal worden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.156.680/01
arrest van 29 september 2015
in de zaak van
[appellant],
handelende onder de naam [Financiële Diensten] Financiële Diensten,
wonende te [woonplaats] ,
appellant in principaal appel, geïntimeerde in incidenteel appel,
advocaat: mr. M.A.M. Bannenberg te 's-Hertogenbosch,
tegen

1.[Assurantiën] Assurantiën B.V.,

2.
[geintimeerde 2],
3.
[geintimeerde 3],
gevestigd dan wel wonende te [vestigings- c.q. woonplaats] ,
geïntimeerden in principaal appel, appellanten in incidenteel appel,
advocaat: mr. H.T.L. Janssen te Waalre,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 21 april 2015 in het hoger beroep van de door de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, gewezen vonnissen van 12 februari 2014 en 2 juli 2014, in de volgende twee gevoegde zaken:
- C/01/243540/HA ZA 12-185 tussen [appellant] als gedaagde in conventie, eiser in reconventie, en [Assurantiën] BV als eiseres in conventie, verweerster in reconventie;
- C/01/245852/HA ZA 12-377 tussen [appellant] als eiser en [Assurantiën] BV, [geintimeerde 2] en [geintimeerde 3] als gedaagden.

5.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven, tevens memorie in het incident houdende een vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening, met producties;
- de antwoordmemorie in het incident van [geintimeerden c.s.] ;
  • de memorie van antwoord in principaal appel, tevens akte aanvulling/wijziging van eis, tevens memorie van grieven in incidenteel appel met producties;
  • de memorie van antwoord in incidenteel appel, met producties;
  • het arrest in het incident d.d. 14 april 2015;
  • de akte van [geintimeerden c.s.] houdende uitlatingen producties d.d. 12 mei 2015.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

6.Motivering

6.1.
Het hof heeft geconstateerd dat aan [appellant] ten onrechte geen gelegenheid is geboden een antwoordakte te nemen. De zaak zal daarom naar de rol worden verwezen teneinde [appellant] daartoe alsnog in de gelegenheid te stellen. Vervolgens zal wederom arrest worden bepaald.
6.2.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

7.De uitspraak

Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van 27 oktober 2015 teneinde [appellant] in de gelegenheid te stellen een antwoordakte te nemen, waarna arrest zal worden bepaald;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, P.M. Arnoldus-Smit en R.R.M. de Moor en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 29 september 2015.
griffier rolraadsheer