Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
primair: In werkelijkheid is de bouw van het kantoorpand en het bijbehorende gedeelte van de parkeergarage (hierna: het pand) en een nieuw stadskantoor voor de gemeente [vestigingsplaats] , alsmede een streekarchief voor een aantal Brabantse gemeenten en een bijbehorende parkeergarage (tezamen hierna: het project) geheel gerealiseerd door de Stichting en is het pand niet door Participaties gerealiseerd.
subsidiair: In werkelijkheid omvat de kostprijs van het pand niet alleen de door Participaties aan de Stichting in rekening gebrachte vergoeding van € 3.344.000, maar ook de ‘vrije agiostorting’ van € 5.700.000, zodat de kostprijs € 9.044.000 is.
meer subsidiair: De maatstaf van heffing moet worden bepaald op het door de Inspecteur voorgestane bedrag, omdat sprake is van misbruik van recht.
5.Beslissing
bevestigtde uitspraak van de Rechtbank.