Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
12.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 13 januari 2015;
- de memorie na tussenarrest van [appellant] met drie producties;
- de antwoordmemorie na tussenarrest van Dekro.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 2 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over een schadevergoeding na een arbeidsongeval. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.J. Lauwen, heeft schadevergoeding gevorderd van Dekro Horeca Totaal B.V., vertegenwoordigd door mr. R.J. Laatsman. De zaak betreft een arbeidsongeval waarbij de appellant schade heeft geleden door een val van een laadklep. Het hof heeft de procedure voortgezet na eerdere tussenarresten en heeft de appellant in de gelegenheid gesteld zijn schade inzichtelijk te maken. De appellant heeft een schadestaat ingediend, maar Dekro heeft de schade grotendeels betwist.
Het hof heeft verschillende schadeposten beoordeeld, waaronder kilometervergoeding voor ziekenhuisbezoeken, huishoudelijke hulp, kledingschade, ziekenhuisdaggeld en smartengeld. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant recht heeft op een kilometervergoeding voor één nacontrole in het ziekenhuis en voor bezoeken aan de arbo arts. De vordering voor huishoudelijke hulp is gedeeltelijk toegewezen, waarbij het hof rekening heeft gehouden met de mate van beperking van de appellant. De vordering voor kledingschade is toegewezen, evenals een deel van de ziekenhuisdaggeldvergoeding.
Wat betreft het smartengeld heeft het hof de vordering van de appellant beoordeeld aan de hand van de Smartengeldgids en de Richtlijn Licht Letsel. Het hof heeft geoordeeld dat de appellant recht heeft op een smartengeldvergoeding van € 1.500,-. Uiteindelijk heeft het hof de totale schadevergoeding vastgesteld op € 2.476,71, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 15 april 2009. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en Dekro veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding, evenals de proceskosten van beide instanties.