Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding (met producties 1 tot en met 24),
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis van reconventie (met producties 1 tot en met 7),
- het tussenvonnis van 4 december 2019,
- de akte houdende overlegging producties van 19 maart 2020 van PG (met productie 4),
- conclusie van antwoord in reconventie (met producties 25 en 26),
- de brief van 21 oktober 2020 van PG (met producties 8 tot en met 12),
- de akte aanvulling producties ontvangen op 2 november 2020 van TI (met productie 27),
- de akte aanvulling producties ontvangen op 4 november 2020 van TI (met productie 28),
- de akte aanvulling producties ontvangen op 4 november 2020 van TI (met productie 29), en
- het proces-verbaal van comparitie van 5 november 2020 en de tijdens deze comparitie door mr. Kieboom en mr. Smit overgelegde comparitie-aantekeningen.
2.De feiten
Kan jij van ACAD systemen van de achterkant een afdruk maken dan heb ik de artikel nummers en de serie nummers.
We zullen later deze week foto’s maken van de stickers op de ACAD stations.
(…)Hierbij dezelfde overeenkomst echter nu met mijn handtekening was ik vergeten
Ga ik vrijdag doen. Betaling ook. Ik ben tot en met morgen in Duitsland.”
Backoffice overeenkomst nr.:01102016
Er is nog niets betaald en er moet nu betaald worden ander komt de service in gevaar. Loopt nu te veel en te ver achter.”
Ik verwacht deze week/ volgende week een hoop geld van klanten te ontvangen. Zodra dat binnen is, dan gaan er betalingen richting jullie uit.”
Hierbij doe ik je deze incasso bericht toekomen, is de betaling van de achterstand as donderdag niet binnen word deze uit handen gegeven en word de dienstverlening gestopt.”
(…)
Op 20 augustus jl. is aan Totall-IT B.V. een verzoek gedaan door Decom tot het porteren van de telefoonnummer van cliënte. Zoals uw weet kan cliënte al enige tijd niet volledig gebruik maken van de door uw geleverde telefoniediensten. Inmiddels is cliënte in het geheel niet meer bereikbaar voor haar klanten. Door deze gang van zaken lijdt cliënte zoals gezegd schade. Cliënte heeft u reeds aansprakelijk gesteld voor deze schade. Doordat cliënte nu helemaal niet meer bereikbaar is heeft zij u gevraagd, vooruitlopend op de portering van de telefoonnummers, mee te werken aan het doorschakelen van de betreffende telefoonnummers. U heeft uw medewerking aan het doorschakelen echter geweigerd. Dit is voor cliënte onacceptabel.
(…)
(…)
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
In conventie en reconventie
Wil je deze ondertekenen en terugzenden” (zie 2.6). Namens PG heeft [XX] daarop geantwoord: “
Ga ik vrijdag doen. Betaling ook. Ik ben tot en met morgen in Duitsland” (zie 2.7). Tijdens de comparitie heeft [XX] gesteld dat hij op dat moment het contract (nog) niet had gelezen en dus niet op de hoogte was van de inhoud van het contract. [XX] heeft voorts gesteld dat hij, nadat hij het contract wel had gelezen, daarover vragen heeft gesteld aan TI. Van die stelling, die door TI wordt betwist, heeft PG echter geen bewijsstukken overgelegd. Ook anderszins is niet gebleken dat PG bij TI heeft geprotesteerd tegen de inhoud van het aan haar op 12 oktober 2016 toegezonden contract. PG stelt dat uit de overgelegde e-mailwisseling van voor die datum blijkt dat zij enkel kon instemmen met een contractduur van 36 maanden voor de huur van de ACAD werkstations. Dit wordt door TI uitdrukkelijk betwist en kan naar het oordeel van de rechtbank ook niet uit de e-mailwisseling opgenomen onder 2.4 en 2.5 worden afgeleid. PG heeft weliswaar aanvankelijk op 4 oktober 2016 gevraagd naar een verduidelijking van het totaalbedrag van de overeenkomst met de vraag wat onder de algemene kosten valt (terwijl de kosten voor de gebruikers [XX] en [YY] voor haar kennelijk wel duidelijk waren), maar vervolgens op 12 oktober 2016 aangegeven het contract te zullen ondertekenen. Daaruit moet worden afgeleid dat de vragen van PG kennelijk naar tevredenheid waren beantwoord. PG heeft daarnaast geen onderbouwing gegeven van haar standpunt dat partijen uitsluitend voor de huur van de werkstations een duur van 36 maanden zijn overeengekomen en voor het overige een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Dat het op 12 oktober 2016 toegezonden contract reeds op 21 september 2016 door TI is ondertekend - en daarom niet een juiste weergave kan zijn van de tussen partijen (na 21 september 2016) gemaakte afspraken -, zoals PG heeft gesteld, kan niet uit het contract worden afgeleid. Het contract vermeld slechts dat het is opgemaakt op 21 september 2016 en niet dat het op die datum door TI is ondertekend. Dat het contract (in eerste instantie) op 21 september 2016 is opgemaakt, sluit overigens ook niet uit dat het contract nadien nog kan zijn aangepast, nog daargelaten dat PG niet heeft gesteld dat partijen na 21 september 2016 nog nieuwe of gewijzigde afspraken hebben gemaakt.
Bij het voorgaande komt dat partijen vanaf 1 oktober 2016 feitelijk uitvoering hebben gegeven aan het contract en dat de facturen die TI van 1 oktober 2016 tot april 2018 aan PG heeft gezonden voor haar werkzaamheden steeds door PG zonder protest zijn betaald. Op deze facturen is steeds als omschrijving opgenomen: “
Overeenkomst 01102016 36 maanden”. Op grond van de hiervoor genoemde omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat PG zich heeft verbonden aan het contract met de daarin opgenomen looptijd van 36 maanden.
Nu PG in elk geval tot en met december 2018 gebruik heeft gemaakt van de diensten van TI, is de rechtbank van oordeel dat TI recht heeft op het overeengekomen loon vanaf de opzegging van het contract op tot en met december 2018.
Evenmin is sprake van een tekortkoming aan de zijde van TI, voor zover niet maandelijks een medewerker bij PG is langsgegaan voor het oplossen van eventuele problemen. Ook daarvan is niet komen vast te staan dat partijen dat zijn overeengekomen.
Bovendien heeft TI gemotiveerd betwist dat PG door haar toedoen niet meer bereikbaar is geweest voor inkomend telefoonverkeer, zoals PG heeft gesteld. TI heeft onderbouwd gesteld dat het eerste toestel in de wachtrij die bij haar bekend was, actief is gehouden. Zij heeft dit per brief van 24 augustus 2018 (zie 2.14) aan PG medegedeeld. Voor zover PG alleen op een telefoontoestel in Rusland bereikbaar was, zoals PG stelt maar door TI is betwist, is dat aan PG zelf te wijten, gelet op de toelichting van TI dat uit de gegevens van de brief van 24 augustus 2018 aan PG blijkt dat een actieve extensie was gekoppeld aan een bij PG actieve IP-phone. Wanneer PG die IP-phone van het netwerk loskoppelt, is zij door eigen toedoen niet meer bereikbaar. In het licht van die toelichting, heeft PG onvoldoende onderbouwd gesteld dat het desondanks aan TI te wijten was dat zij niet meer kon worden gebeld.
1.390,00(2 punten × tarief € 695,00)