Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant 1] ,
[appellant 2] ,
[appellante 3] ,
[appellant 4] ,
[appellant 5] ,
[appellante 6],
[appellant 7] ,
[appellante 8] ,
[appellante 9] ,
[appellant 10] ,
[appellante 11] ,
[appellant 12] ,
[appellant 13] ,
[appellante 14] ,
[appellant 15] ,
,
9.Het verloop van de procedure
10.De verdere beoordeling
nakomingvan de bewuste verbintenissen tot betaling van het meerwerk alleen al om die reden geen sprake kan zijn. Derhalve kunnen de vorderingen van de curator in elk geval niet worden toegewezen op de primair gestelde grondslag.
kanzijn, gelet op de reikwijdte van artikel 37 lid 1 Fw en op het gegeven dat die verrijking voortvloeit uit de overeengekomen termijnenregeling.
rechtbank ’s-Gravenhage 18 juli 2012, met annotatie van J.J. van Hees, JOR 2012/308, annotatie H. Brouwer bij Raad van Arbitrage voor de Bouw, 13 februari 2013, TBR, 2013/190 en Gerechtshof Arnhem Leeuwarden, 25 februari 2014, met annotatie van T.T. van Zanten, JOR 2014/146 en met annotatie van B.M.E. Cox en N.C. Ogg in TBR 2014/158).