In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een vordering in kort geding tot terugbetaling van teveel betaalde huur door Pinoccio-restaurants B.V. aan Bierbrouwerij de Leeuw B.V. en De Leeuw Beheer B.V. De vordering is gebaseerd op onverschuldigde betaling, waarbij Pinoccio stelt dat zij over een bepaalde periode te veel huur heeft betaald. Het hof oordeelt dat de verjaringstermijn voor de vordering van Pinoccio niet eerder is gaan lopen dan op 19 februari 2014, het moment waarop de rechtsgrond voor de huurbetalingen verviel door een arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden. Dit arrest vernietigde een eerder vonnis dat de huurprijs had vastgesteld, waardoor Pinoccio recht had op terugbetaling van het teveel betaalde bedrag.
Het hof heeft vastgesteld dat Pinoccio over de periode van 1 februari 2006 tot en met 28 februari 2014 een bedrag van € 688.581,71 onverschuldigd heeft betaald aan BDL. De Leeuw c.s. voerden aan dat een deel van deze vordering verjaard was, maar het hof oordeelde dat dit niet het geval was. Het hof heeft de vordering van Pinoccio voor een bedrag van € 243.144,74 toegewezen, inclusief wettelijke rente vanaf 1 februari 2006. De kosten van het hoger beroep zijn ook aan de zijde van Pinoccio toegewezen, waarbij het hof de proceskosten begrootte op € 5.239,52 aan verschotten en € 9.789,- voor salaris advocaat.
De uitspraak van het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en veroordeelt BDL en De Leeuw Beheer hoofdelijk tot betaling aan Pinoccio van het toegewezen bedrag, met de verklaring dat het arrest uitvoerbaar bij voorraad is.