Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil alsmede standpunten en conclusies van partijen
De Inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het hoger beroep.
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank;
- verklaart het tegen de uitspraak van de Inspecteur bij de Rechtbank ingestelde beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Inspecteur;
- vermindert de aanslag - voor wat betreft de inkomstenbelasting - tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 28.477, onder handhaving van de overige elementen van de aanslag;
- vermindert de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig;
- gelast dat de Staat aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van, in totaal, € 162 vergoedt;
- veroordeelt de Inspecteur in de kosten van het bezwaar en het geding bij de Rechtbank en het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op in totaal € 2.969,90, en
- wijst de Staat aan als de rechtspersoon die de proceskosten moet vergoeden.