Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
2.Feiten
Aan de loods was ten tijde van de aankoop een opslagruimte verbonden. Dit gedeelte is in 2004 verbouwd tot kantoorruimte. Tussen deze kantoorruimte en de woning is – eveneens in 2004 - een verbindingsstuk gebouwd van ongeveer 3 tot 4 meter lengte. In dit verbindingsstuk bevindt zich een halletje en een toilet. De woning is vervolgens in 2005 geheel verbouwd met behoud van de bestaande muren en het dak. Voor de gehele verbouwing is één vergunning aangevraagd en verkregen en is één aanneemovereenkomst gesloten. De verbouwing heeft niet geleid tot de vervaardiging van een (nieuwe) onroerende zaak. Sedert de verbouwing wordt de woning voornamelijk voor privé-doeleinden gebruikt, maar ook voor bedrijfsdoeleinden, zoals de ontvangst van respectievelijk besprekingen met zakelijke gasten. Het verbindingsstuk wordt voor beide doeleinden gebruikt en de loods wordt uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden gebruikt.
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank;
- verklaart het tegen de uitspraken van de Inspecteur bij de Rechtbank ingestelde beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraken van de Inspecteur;
- vernietigt de naheffingsaanslag;
- vernietigt de beschikking heffingsrente;
- gelast dat de Staat aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van, in totaal, € 732 vergoedt;
- veroordeelt de Inspecteur in de kosten van het geding bij de Rechtbank en het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op in totaal € 2.191,50, en
- wijst de Staat aan als de rechtspersoon die de proceskosten moet vergoeden.