Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
Wij zijn naar mening dat de rechtbank Zeeland-West Brabant de juiste beslissing heeft genomen en dat we de boete, zoals vastgesteld door de Rechtbank Zeeland West Brabant willen betalen en niet eens zijn met het beroepschrift van Belastingdienst Centrale administratie Autoheffingen Waterboscomplex.’.
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
- vernietigtde uitspraak van de Rechtbank, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht;
- bepaaltdat van de Staat ter zake van het door de Inspecteur ingestelde hoger beroep door tussenkomst van de griffier een griffierecht wordt geheven van € 478; en
- verklaarthet bij de Rechtbank ingestelde beroep tegen de uitspraak op bezwaar van de Inspecteur met betrekking tot de naheffingsaanslag en de boetebeschikking gegrond;
- vernietigtde uitspraken op bezwaar van de Inspecteur met betrekking tot de naheffingsaanslag en de boetebeschikking;
- vermindertde naheffingsaanslag tot een bedrag van € 350;
- vernietigtde boetebeschikking; en
- verklaarthet bij de Rechtbank ingestelde beroep tegen de uitspraak op bezwaar van de Inspecteur met betrekking tot de naheffingsaanslag en de boetebeschikking gegrond;
- vernietigtde uitspraken op bezwaar van de Inspecteur met betrekking tot de naheffingsaanslag en de boetebeschikking;
- vermindertde naheffingsaanslag tot een bedrag van € 350;
- vernietigtde boetebeschikking; en
- verklaarthet bij de Rechtbank ingestelde beroep tegen de uitspraak op bezwaar van de Inspecteur met betrekking tot de naheffingsaanslag en de boetebeschikking gegrond;
- vernietigtde uitspraken op bezwaar van de Inspecteur met betrekking tot de naheffingsaanslag en de boetebeschikking;
- vermindertde naheffingsaanslag tot een bedrag van € 350; en
- vernietigtde boetebeschikking.