4.1.In dit hoger beroep kan van de volgende feiten worden uitgegaan.
4.1.1.[appellant], geboren op [geboortedatum] 1952, is met ingang van 1 november 1978 in dienst
getreden bij Stichting Palet. Hij was daar laatstelijk werkzaam als adviseur voor 38 uur per week tegen een bruto maandsalaris van € 4.702,-- exclusief vakantietoeslag en dertiende maand.
4.1.2.In verband met de beëindiging van haar activiteiten per 1 januari 2012 heeft Stichting Palet op 31 mei 2011 aan het UWV toestemming verzocht om de dienstbetrekking met [appellant] op te zeggen. Het UWV heeft deze toestemming op 5 juli 2011 verleend. Bij brief van 11 augustus 2011 heeft Stichting Palet de arbeidsovereenkomst met [appellant] per 1 januari 2012 opgezegd. In de brief staat vermeld dat op het ontslag het Sociaal Plan Beëindiging van Stichting Palet van toepassing is.
4.1.3.Op de arbeidsovereenkomst met [appellant] was van toepassing de CAO Welzijn &
Maatschappelijke Dienstverlening 2008-2011, hierna: de Cao. De Cao is van 30 juni 2011 t/m 31 december 2011 (Stc. 2011, nr. 9829) algemeen verbindend verklaard geweest.
4.1.4.De Cao bevat onder meer de volgende bepalingen:
“11.6 Financiële aanspraken bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden
1. De wachtgeldregeling uit de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening 2007-2008 (artikel 3.2) komt per 1-1-2009 te vervallen. De overgangsregeling is opgenomen in Bijlage 9, overgangsregeling 9.2.
2 Bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden ontvangt de werknemer een ontslagvergoeding. Werknemers tot 50 jaar ontvangen een ontslagvergoeding van één-zesde maandsalaris per dienstjaar. Werknemers van 50 jaar en ouder ontvangen een ontslagvergoeding per dienstjaar van één-vierde maandsalaris.
3 De werknemer ontvangt een aanvulling op de WW. Voor de berekening van de duur van de aanvulling wordt de volgende systematiek toegepast:
a De totale duur van de aanvullingsperiode is gerelateerd aan de ww-duur van de werknemer en gemaximeerd op 38 maanden.
(..).”
4.1.5.Bijlage 9 ‘Overgangsregelingen’ bij de Cao, hierna ook: de Bijlage, houdt de
volgende regeling in:
1. Voor de overgang van de wachtgeldregeling naar de in artikel 11.6 van de CAO bedoelde regeling gelden de volgende afspraken voor werknemers, die op grond van de in artikel 3.2 van de CAO 2007-2008 (Uitvoeringsregeling L (..) genoemde redenen tot ontslag recht zou hebben op wachtgeld:
(..)
b Voor de werknemer die op grond van de in artikel 3.2 van de CAO 2007-2008 (Uitvoeringsregeling L) genoemde redenen tot ontslag recht zou hebben op wachtgeld, die op 1 mei 2007 in dienst was en die op 1 januari 2009 50 jaar en ouder maar jonger dan 55 jaar is, geldt in aanvulling op en in afwijking van artikel 11.6:
- Als voor de werknemer recht op aanvulling WW ontstaat, is dit recht niet beperkt tot de duur van de WW, maar tot 48 maanden. (..)
- De werknemer ontvangt een extra ontslagvergoeding van 1 maandsalaris.
c Voor de werknemer die op grond van de in artikel 3.2 van de CAO 2007-2008 (Uitvoeringsregeling L) genoemde redenen tot ontslag recht zou hebben op wachtgeld, die op 1 mei 2007 in dienst was en op 1 januari 2009 55 jaar of ouder is blijft de wachtgeldregeling van kracht overeenkomstig het gestelde in Uitvoeringsregeling L Wachtgeld van de CAO 2007-2008.
(..)”
4.1.6.In verband met het besluit de werkzaamheden van Stichting Palet te beëindigen, is
tussen Stichting Palet en de Vereniging ABVAKABO FNV het ‘Sociaal Plan Beëindiging Stichting Palet’ overeengekomen, hierna: het Sociaal Plan. Dit Sociaal Plan was van toepassing van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011, met dien verstande dat individuele financiële rechten en faciliteiten die gedurende de looptijd van dit plan zijn ontstaan, ook na die datum voor werknemers van kracht blijven (artikel 10). In het Sociaal Plan wordt verwezen naar de Cao. Het Sociaal Plan kende onder meer de navolgende bepalingen:
“7. Voorkoming onbillijkheid
In gevallen, waarin deze overeenkomst leidt tot een onbillijke situatie voor de werknemer, zullen partijen bij deze overeenkomst in een voor de werknemer gunstige zin van dit sociaal plan afwijken. Het ter beoordeling voorleggen van een zodanige situatie kan uitsluitend plaatsvinden door een der partijen bij deze overeenkomst.”
“14. Premie bij vroegtijdig vertrek
De werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die zelf ontslag neemt op een datum gelegen vóór 1 januari 2012 ontvangt van de werkgever een uitkering ineens ter grootte van één-zesde maandsalaris per dienstjaar voor werknemers tot 50 jaar óf één-vierde maandsalaris per dienstjaar voor werknemers van 50 jaar en ouder.
Indien een premie vroegtijdig vertrek is uitgekeerd, vervalt het recht op een ontslaguitkering overeenkomstig artikel 11.6 uit de cao W&MD, wanneer aansluitend op een dienstverband voor bepaalde tijd bij een nieuwe werkgever er sprake is van een recht op aanvulling WW overeenkomstig artikel 15 lid 5 van dit sociaal plan.
Voor medewerkers die op 1 januari 2009 55 jaar of ouder waren en vallen onder CAO W&MD 2008-2011 bijlage 9.2 lid c (Uitvoeringsregeling L Wachtgeld), wordt de premie bij vroegtijdig vertrek gemaximeerd op 3 maandsalarissen. Voor deze medewerkers is er geen sprake van verrekening met het wachtgeld wanneer ze aansluitend op een dienstverband voor bepaalde tijd bij een nieuwe werkgever alsnog aanspraak maken op wachtgeld overeenkomstig artikel 15 lid 5.
Voor deze medewerker vervalt het recht op de compensatie of vergoeding van de pensioenpremie uit artikel 16.
(..)”
“15. Financiële afwikkeling bij ontslag
1. Aan de werknemer die nadat al het voorgaande in dit sociaal plan in acht is genomen, wordt ontslagen, wordt op grond van artikel 11.6 en bijlage 9.2 van de cao W&MD een financiële tegemoetkoming toegekend.
2. De werknemer die recht heeft op een ontslagvergoeding ontvangt deze vergoeding binnen 1 maand ineens na uitdiensttreding. Vorm en tijdstip van uitkering van de ontslagvergoeding zullen binnen de grenzen der wet in nader onderling overleg met de werknemer worden vastgesteld. (..).
5. De werknemer die aansluitend op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bij Palet bij een andere werkgever een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangaat, kan indien deze laatste arbeidsovereenkomst bij afloop niet verlengd wordt, aanspraak maken op het volledige werkgeversdeel in de pensioenpremie bij vrijwillige voortzetting van deelname in de PFZW pensioenregeling én het hem resterende recht aanvulling WW of wachtgeld voorzover het resterende recht niet verstreken is. Met het resterende recht wordt bedoeld het recht op aanvulling WW of wachtgeld conform CAO W&MD 2008-2011 artikel 11.6 lid 3 en 4 dan wel bijlage 9.2 lid b en lid c, dat de werknemer op dat moment in tijd zou hebben gehad indien hij niet de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd bij een andere werkgever was aangegaan en indien hij onafgebroken een WW uitkering had genoten.
(..)”
4.1.7.In een brochure wordt op de Cao een toelichting gegeven op de belangrijkste vernieuwingen ten opzichte van de cao 2007-2008. Eén van de in de brochure vermelde vernieuwingen betreft de vervanging van de wachtgeldregeling per 1 januari 2009. In de brochure staat hierover vermeld:
“De oude wachtgeldregeling is vervangen door een nieuwe regeling. Deze regeling houdt in dat een werknemer na ontslag om bedrijfseconomische redenen recht heeft op een vergoeding en bij werkloosheid voor een bepaalde periode een aanvulling krijgt op zijn WW-uitkering.”
In de brochure wordt gewezen op de in de Cao overeengekomen overgangsregeling die is opgenomen in de Bijlage. De brochure bevat een schematisch overzicht van de wijzigingen. Ten aanzien van werknemers die op 1 januari 2009 de leeftijd van 55 jaar en ouder hebben en die op 1 mei 2007 in dienst waren, wordt in het overzicht verwezen naar uitvoeringsregeling L (van de Cao 2007-2008) voor de voorwaarden.
4.1.8.De Ondernemingsraad van Stichting Palet heeft de directie van
Stichting Palet om een standpunt verzocht omtrent de ontslagvergoeding voor medewerkers die zijn geboren voor 1954 en die recht hebben op wachtgeld. Bij brief van 19 september 2011 heeft de directie gemeld dat werknemers óf recht hebben op wachtgeld óf recht hebben op een ontslagvergoeding en aanvulling WW.
4.1.9.Bij brief van zijn gemachtigde van 23 februari 2012 heeft [appellant] jegens Stichting
Palet aanspraak gemaakt op betaling van een ontslagvergoeding en Stichting Palet gesommeerd tot uitkering van de vergoeding.
4.1.10.Bij brief van 1 maart 2012 heeft Stichting Palet hierop gereageerd met de stelling dat
[appellant] evident geen recht heeft op een ontslagvergoeding.
4.2.1.[appellant] vordert in dit geding veroordeling van Stichting Palet tot betaling van een ontslagvergoeding van € 44.998,14 bruto, te vermeerderen met wettelijke rente, en tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten en de kosten van de procedure. [appellant] heeft daartoe onder meer het volgende gesteld. In artikel 11.6 lid 2 van de Cao is bepaald dat de werknemer (van 50 jaar en ouder) bij ontslag wegens economische redenen een ontslagvergoeding ontvangt van één vierde maandsalaris per dienstjaar. De Cao en het Sociaal Plan zonderen niemand uit van de ontslagvergoeding. De door de directie voorgestane uitleg dat er óf recht is op wachtgeld óf recht op aanvulling WW en een ontslagvergoeding zou leiden tot een ongelijke positie tussen medewerkers die wachtgeld hebben of een aanvulling WW. De overgangsbepalingen bij het vervallen van de wachtgeldregeling betreffen een uitbreiding van de regeling en bevatten nergens een beperking met betrekking tot de ontslagvergoeding.
4.2.2.Stichting Palet heeft de door [appellant] verdedigde uitleg gemotiveerd betwist. Zij heeft daartoe onder meer aangevoerd dat, samengevat, uit de tekst van de hiervoor in 4.1.4-4.1.6 weergegeven bepalingen in de Cao en het Sociaal Plan alsmede uit de brochure, vermeld hiervoor in 4.1.7, volgt dat de in artikel 9.2 lid 1, onder c, Bijlage bedoelde categorie van werknemers waartoe [appellant] behoort niet in aanmerking komt voor een ontslagvergoeding. Voorts heeft Stichting Palet gesteld dat de uitleg van [appellant] leidt tot het onaannemelijke rechtsgevolg dat [appellant], naast de inkomensgarantie tot aan zijn pensioenleeftijd en de mogelijkheid om (krachtens de wachtgeldregeling en het Sociaal Plan) zijn deelneming in de pensioenregeling met een (forse) financiële bijdrage van Stichting Palet voort te zetten, ook nog een ontslagvergoeding zou ontvangen. Het onderscheid tussen werknemers die onder de oude wachtgeldregeling vallen en de werknemers die onder de nieuwe regeling vallen, wordt daarmee, aldus Stichting Palet, erg groot.
4.2.3.Bij het bestreden vonnis zijn de vorderingen van [appellant] afgewezen en is [appellant] veroordeeld in de proceskosten. [appellant] is tijdig van dat vonnis in hoger beroep gekomen.