ECLI:NL:GHSHE:2013:4188
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid en schadevergoeding na verkeersongeval met werknemer
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Automotive B.V. tegen een vonnis van de rechtbank Roermond, waarin de aansprakelijkheid van de werkgever voor schade na een verkeersongeval van een werknemer aan de orde is. De werknemer, [geïntimeerde], was betrokken bij een ernstig auto-ongeval op 22 juli 1998, waarbij hij ernstig gewond raakte. Hij heeft de werkgever aangesproken voor schadevergoeding, die door de rechtbank in een eerdere procedure is toegewezen. De werkgever heeft in hoger beroep gesteld dat haar schadevergoedingsverplichting beperkt is tot het bedrag waarvoor zij verzekerd was, en dat zij in 1998 geen andere adequate verzekering kon afsluiten. De werknemer betwist dit en stelt dat de werkgever alle schade moet vergoeden, omdat dit verweer niet in de hoofdprocedure is gevoerd.
Het hof heeft de procedure en de eerdere uitspraken in de hoofdprocedure in overweging genomen. Het hof oordeelt dat de kern van het geschil ligt in de vraag hoe het dictum van het eerdere arrest moet worden geïnterpreteerd. De werkgever heeft aangevoerd dat haar aansprakelijkheid uitsluitend is gebaseerd op artikel 7:611 BW, terwijl de werknemer stelt dat de werkgever alle schade moet vergoeden. Het hof heeft besloten dat de onderhavige procedure en de schadestaatprocedure zodanig met elkaar verknocht zijn dat voeging van beide zaken noodzakelijk is om tegenstrijdige beslissingen te voorkomen.
Het hof beveelt de voeging van de onderhavige zaak met de schadestaatprocedure en houdt verdere beslissingen aan totdat de schadestaatprocedure voor arrest staat. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van het hof en is openbaar uitgesproken op 10 september 2013.