In deze zaak gaat het om de verzuimboete die aan de belastingplichtige is opgelegd wegens het niet tijdig indienen van de aangifte inkomstenbelasting voor het jaar 2008. De belastingplichtige had zijn aangifte uitbesteed aan een gerenommeerd belastingadvieskantoor, maar de aangifte is niet tijdig ingediend. De belastingplichtige heeft bezwaar gemaakt tegen de opgelegde verzuimboete, maar de Inspecteur heeft deze gehandhaafd. De Rechtbank heeft het beroep van de belastingplichtige ongegrond verklaard, waarna hij hoger beroep heeft ingesteld bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.
Het Hof heeft vastgesteld dat de belastingplichtige in de gegeven omstandigheden niet kon vertrouwen op de zorgvuldige taakvervulling van zijn belastingadviseur. Ondanks het feit dat de belastingplichtige de herinnering en aanmaning naar zijn adviseur had gestuurd, heeft hij onvoldoende zorg betracht om te waarborgen dat de aangifte tijdig werd ingediend. Het Hof oordeelt dat de belastingplichtige niet aan zijn zorgplicht heeft voldaan, waardoor zijn beroep op afwezigheid van alle schuld niet slaagt.
De uitspraak van de Rechtbank wordt bevestigd, en het Hof concludeert dat de verzuimboete van € 226 passend en geboden is, gezien het feit dat de belastingplichtige in voorgaande jaren ook al niet tijdig aangifte had gedaan. Het Hof wijst erop dat de belastingplichtige niet kan stellen dat hij niet verantwoordelijk is voor de fouten van zijn adviseur, aangezien hij zelf ook niet voldoende controle heeft uitgeoefend op de werkzaamheden van de adviseur. De beslissing van het Hof is dat het hoger beroep ongegrond is en de uitspraak van de Rechtbank wordt bevestigd.