ECLI:NL:GHSHE:2011:BW0562

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
22 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/00416
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beschikking van de Inspecteur inzake sectoraansluiting en terugwerkende kracht

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 december 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de Inspecteur van de Belastingdienst/Randmeren. De zaak betreft de wijziging van de sectoraansluiting van belanghebbende, X BV te Y, die per 19 juni 2007 was veranderd van 'sector 3. Bouwbedrijf' naar 'sector 52. Uitzendbedrijven'. Tijdens de zitting op 8 december 2011 hebben partijen overeenstemming bereikt over de vernietiging van de eerdere uitspraak van de Inspecteur en de daaraan voorafgaande beschikking. De Inspecteur heeft ingestemd met het uitvaardigen van een nieuwe beschikking, waarin belanghebbende niet meer in sector 52 (uitzendbedrijven) wordt ingedeeld, maar in sector 3 (bouwbedrijven) of sector 45 (zakelijke dienstverlening). Deze nieuwe beschikking kan terugwerkende kracht krijgen tot 1 september 2007, zoals afgesproken tijdens de zitting.

Het Hof heeft het hoger beroep gegrond verklaard en de eerdere uitspraak van de Inspecteur vernietigd. Tevens is de beschikking 'loonheffingen sectoraansluiting' van 1 september 2007 vernietigd en is het geding terugverwezen naar de Inspecteur voor het nemen van een nieuwe beschikking. De Staat is verplicht om het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 285 te vergoeden. Partijen hebben afgesproken dat zij elk hun eigen proceskosten dragen. De uitspraak is op 4 januari 2012 aan de partijen verzonden, en tegen deze uitspraak kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Sector belastingrecht
Tweede meervoudige Belastingkamer
Kenmerk: 11/00416
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep - na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden - van
X BV te Y,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst/Randmeren (hierna: de Inspecteur) van 21 april 2008,
betreffende de verandering van belanghebbendes sectoraansluiting per 19 juni 2007 van "sector 3. Bouwbedrijf" in "sector 52. Uitzendbedrijven met als maatschappelijke functie: uitzendbedrijf."
Onderzoek ter zitting
De zitting heeft plaatsgehad op 8 december 2011 te 's-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede de Inspecteur.
Na behandeling van de zaak heeft het Hof heden, 22 december 2011, de volgende mondelinge uitspraak gedaan.
Beslissing
Het Hof
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt voornoemde uitspraak van de Inspecteur;
- vernietigt de beschikking "loonheffingen sectoraansluiting" van 1 september 2007;
- wijst het geding terug naar de Inspecteur voor het nemen van een nieuwe beschikking;
- gelast dat de Staat aan belanghebbenden het door hem ter zake van de behandeling van het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van € 285 vergoedt.
Gronden
Ten aanzien van het geschil
Partijen zijn ter zitting met elkaar tot overeenstemming gekomen, in die zin dat zij ermee hebben ingestemd dat de in geschil zijnde uitspraak van de Inspecteur en de daaraan voorafgaande beschikking van de Inspecteur door het Hof worden vernietigd. De Inspecteur gaat zich over de indeling beraden en vaardigt een nieuwe beschikking uit, waarin belanghebbende in ieder geval niet in sector 52 (uitzendbedrijven) wordt ingedeeld, maar in sector 3 (bouwbedrijven) of sector 45 (zakelijke dienstverlening). Aan deze beschikking kan door de Inspecteur, naar afspraak van partijen ter zitting, terugwerkende kracht worden toegekend tot 1 september 2007.
Ten aanzien van het griffierecht
Nu de uitspraak van de Inspecteur wordt vernietigd, dient de Staat aan belanghebbenden het door hem ter zake van de behandeling van het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van € 285 te vergoeden.
Ten aanzien van de proceskosten
Partijen hebben te dier zake ter zitting overeenstemming bereikt, in die zin dat partijen elk hun eigen proceskosten zullen dragen.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal.
Aldus gedaan en uitgesproken op 22 december 2011
door P.J.M. Bongaarts, voorzitter, W.E.M. van Nispen tot Sevenaer en P.C. van der Vegt, leden, in tegenwoordigheid van K.M.J. van der Vorst, griffier, en - bij afwezigheid van de voorzitter - enkel ondertekend door de griffier.
Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden
op: 4 januari 2012
Het aanwenden van een rechtsmiddel:
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden (Belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH
's-Gravenhage. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen.
1. Bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in
cassatie is gericht.
d. de gronden van het beroep in cassatie
Tenzij de Hoge Raad anders bepaalt, zal het Gerechtshof deze mondelinge uitspraak vervangen door een schriftelijke. In dat geval krijgt de indiener de gelegenheid de gronden van het beroep in cassatie alsnog aan te voeren of aan te vullen.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep ontvangt de indiener een nota griffierecht van de Hoge Raad.
In het beroepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.