ECLI:NL:GHSGR:2009:BI2410
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M.A.F. Tan-de Sonnaville
- J.H.W. de Planque
- A.G. Beets
- Rechtspraak.nl
Huurprijsvaststelling voor tankstation Prinses Beatrixlaan
In deze zaak gaat het om de huurprijsvaststelling van het tankstation Prinses Beatrixlaan, waar BP Nederland B.V. (hierna: BP) en OTOTOL B.V. (hierna: Ototol) in een geschil verwikkeld zijn geraakt. BP heeft in hoger beroep gevorderd dat de huurprijs voor het tankstation met ingang van 15 augustus 2001 wordt vastgesteld op een door de rechter te bepalen bedrag, of alternatieve vergoeding van € 173.063,15 per jaar. De rechtbank had eerder de huurprijs vastgesteld op € 0,71464 per 100 liter motorbrandstof, wat resulteerde in een jaarlijkse huurprijs van ongeveer € 40.000,--. BP betwist deze vaststelling en stelt dat de huurprijzen in de afgelopen jaren zijn gericht op de totale winstgevendheid van het tankstation, en dat de door de BHAC gehanteerde vergelijkingsmethodiek niet adequaat is.
Het hof heeft in een tussenarrest van 17 juli 2008 een comparitie van partijen gelast en heeft de partijen gevraagd om vergelijkingsstations te zoeken. Na beoordeling van de ingediende stukken en de argumenten van beide partijen, concludeert het hof dat de oorspronkelijke huurprijs te laag is vastgesteld. Het hof heeft de huurprijs uiteindelijk vastgesteld op € 75.000,-- per jaar, met jaarlijkse aanpassing door indexering, per 1 september 2001. Dit bedrag is gebaseerd op de gemiddelde huurprijzen van vergelijkbare tankstations en houdt rekening met de winstgevendheid en de specifieke omstandigheden van het tankstation Prinses Beatrixlaan.
De beslissing van het hof houdt in dat BP niet ontvankelijk wordt verklaard in haar hoger beroep tegen eerdere tussenvonnissen, het eindvonnis van de rechtbank wordt vernietigd, en de nieuwe huurprijs wordt vastgesteld. De proceskosten worden gecompenseerd, aangezien beide partijen gedeeltelijk in het ongelijk zijn gesteld.