ECLI:NL:GHLEE:2012:BY3213
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake inkomstenbelasting en heffingsrente met betrekking tot aanslagen voor de jaren 2005 en 2006
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden inzake de aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 2005 en 2006. Belanghebbende heeft in geschil of hij recht heeft op aftrek voor buitengewone uitgaven in verband met de borstoperatie van zijn echtgenote, aftrek van rente ter zake van een eigenwoningschuld, recht op arbeidskorting en of er teveel heffingsrente in rekening is gebracht voor het jaar 2005. De rechtbank had eerder de aanslag voor 2005 verminderd, maar de aanslag voor 2006 ongegrond verklaard. Belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De feiten van de zaak zijn als volgt: voor het jaar 2005 is aan belanghebbende een aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 39.478. Na bezwaar is dit inkomen verlaagd tot € 39.420. Voor het jaar 2006 is een aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van € 42.825, waarbij de arbeidskorting is toegepast. Na bezwaar is dit inkomen verlaagd tot € 42.791. Belanghebbende heeft in zijn aangiften voor beide jaren lagere inkomens opgegeven dan de aanslagen. De rechtbank heeft de aanslag voor 2005 verminderd, maar de aanslag voor 2006 bevestigd.
Tijdens de zitting heeft belanghebbende zijn grieven met betrekking tot de arbeidskorting en reisaftrek laten varen. Het Hof heeft de vragen van belanghebbende over de aftrek voor buitengewone uitgaven en renteaftrek beoordeeld. Het Hof concludeert dat de borstoperatie van de echtgenote van belanghebbende niet op medische indicatie heeft plaatsgevonden, waardoor de aftrek voor buitengewone uitgaven niet kan worden verleend. Wat betreft de renteaftrek voor de eigenwoningschuld, heeft de Inspecteur erkend dat voor 2006 ten onrechte € 1.820 is gecorrigeerd, maar het Hof oordeelt dat de rente voor 2005 niet aftrekbaar is omdat deze pas in 2006 is betaald.
Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank voor het jaar 2005, maar vernietigt de uitspraak voor het jaar 2006. De aanslag voor 2006 wordt verminderd tot een belastbaar inkomen van € 39.151, zonder toepassing van de arbeidskorting. De heffingsrente wordt dienovereenkomstig verminderd en de Staat wordt gelast het griffierecht aan belanghebbende te vergoeden.