De beoordeling
het geschil en de beslissing in eerste aanleg
1.1 SITA Nederland Holding B.V. en [appellante sub 2] hebben bij inleidende dagvaarding van 15 oktober 2007 de gemeente Leeuwarden en de gemeente Reiderland in rechte betrokken.
1.2 Bij incidenteel vonnis van 26 maart 2008 heeft de rechtbank SITA c.s. toegestaan in de hoofdzaak tussen te komen. Bij vonnis van gelijke datum is de incidentele vordering tot splitsing van de gemeente Leeuwarden afgewezen. Bij vonnis van eveneens 26 maart 2008 heeft de rechtbank FMNW en B.V. Groningen Milieu toegestaan zich in de hoofdzaak aan de zijde van de gemeente Leeuwarden respectievelijk de gemeente Reiderland te voegen.
1.3 SITA Nederland Holding B.V., [appellante sub 2] en SITA c.s. vorderen dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
(i) de gemeente Leeuwarden veroordeelt de Nieuwe Overeenkomst binnen één maand na betekening van het vonnis in dezen te beëindigen met inachtneming van een (opzeg-)termijn van vijf maanden, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn;
(ii) de gemeente Leeuwarden veroordeelt de opdrachten tot inzameling van huishoudelijk afval in de gemeente Leeuwarden aan te besteden middels een procedure als voorgeschreven in artikel 28 Bao, althans een procedure zoals bedoeld in paragraaf 30 van de dagvaarding, zodanig dat binnen zes maanden na betekening van het vonnis in dezen, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, tot gunning van die opdrachten kan worden overgegaan;
(iii) de gemeente Leeuwarden veroordeelt de verdere uitvoering van de Nieuwe Overeenkomst op te schorten vanaf het moment (a) gelegen zes maanden na betekening van het vonnis in dezen, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, tot (b) het moment dat de Europese Commissie heeft vastgesteld dat uitvoering van de Nieuwe Overeenkomst, althans de daarin verdisconteerde steunmaatregelen, niet ontoelaatbaar is/zijn in het licht van het bepaalde in artikel 87 EG-Verdrag;
althans subsidiair:
(i) de gemeente Leeuwarden veroordeelt om aan Sita c.s. de schade te vergoeden die deze partijen lijden en nog zullen lijden als gevolg van het feit dat Leeuwarden (i) haar opdrachten tot huisvuilinzameling sinds 1 januari 1999 in strijd met haar wettelijke verplichting daartoe niet aanbesteedde en (ii) naliet de Raamovereenkomst, de Nadere Overeenkomsten en de Nieuwe Overeenkomst te melden bij de Europese Commissie, deze schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
althans meer subsidiair:
(i) verklaart voor recht dat de gemeente Leeuwarden onrechtmatig handelt jegens Sita c.s. door haar opdrachten tot huisvuilinzameling niet aan te besteden volgens een procedure als voorgeschreven in artikel 28 Bao, althans een procedure als bedoeld in paragraaf 30 van de dagvaarding;
(ii) verklaart voor recht dat de Raamovereenkomst, de Nadere Overeenkomsten en de Nieuwe Overeenkomst steun in de zin van artikel 87 EG-Verdrag inhouden en als zodanig overeenkomstig artikel 88 lid 3 EG-Verdrag c.q. artikel 2, eerste lid, Vo. 659/1999 hadden behoren te worden gemeld bij de Europese Commissie;
(iii) verklaart voor recht dat de gemeente Leeuwarden toerekenbaar onrechtmatig handelde en handelt jegens Sita c.s. door de Raamovereenkomst, de Nadere Overeenkomsten en de Nieuwe Overeenkomst aan Omrin te verlenen en/of (verder) ten uitvoer te leggen;
zowel primair als subsidiair:
de gemeente Leeuwarden veroordeelt in de kosten van het geding.