Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een journaalbericht van de zijde van de moeder van 17 april 2024 met bijlage, ingekomen op 18 april 2024;
- een journaalbericht van de zijde van de moeder van 4 juni 2024 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat.
3.De feiten
- [de minderjarige 1] , op [geboortedatum] 2012 te [geboorteplaats] (hierna te noemen: [de minderjarige 1] );
- [de minderjarige 2] , op [geboortedatum] 2015 te [geboorteplaats] (hierna te noemen: [de minderjarige 2] ),
- bepaald dat de kinderen de hoofdverblijfplaats zullen hebben bij de moeder;
- bepaald dat de kinderen bij de vader zullen zijn:
- eens in de twee weken een ‘lang weekend’ van vrijdag uit school tot dinsdagochtend naar school;
- eens in de twee weken op vrijdag uit school tot 18.00 uur en van maandag uit school tot dinsdagochtend naar school;
- de helft van de vakanties en feestdagen, in onderling overleg te bepalen;
4.De omvang van het geschil
primair: te bepalen dat de zorgregeling tussen de vader en de kinderen wordt gewijzigd in die zin dat de minderjarigen bij de vader verblijven gedurende drie weekenden per vier weken (week 2, 3 en 4) vanaf zaterdag 12:00 uur tot zondag 19:00 uur. De vader haalt hierbij de minderjarigen op zaterdag op bij de moeder. Vervolgens haalt de moeder de minderjarigen op zondag 19:00 uur op bij de vader, althans een zodanige regeling als het hof juist acht.
5.De motivering van de beslissing
- de noodzaak om te verhuizen;
- de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;
- de door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing voor het kind en de andere ouder te verzachten en/of te compenseren;
- de mate waarin de ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg;
- de rechten van de andere ouder en het kind op onverminderd contact met elkaar in een vertrouwde omgeving;
- de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg;
- de frequentie van het contact tussen het kind en de andere ouder voor en na de verhuizing;
- de leeftijd van het kind, zijn mening en de mate waarin het kind geworteld is in zijn omgeving of juist extra gewend is aan verhuizingen;
- de (extra) kosten van de omgang na de verhuizing.
- gedurende twee weekenden per vier weken (week 2 en 4) vanaf vrijdag 17:00 uur tot zondag 19:00 uur. De vader haalt de minderjarigen op vrijdag op bij de moeder. De moeder haalt de minderjarigen op zondag op bij de vader;
- gedurende één weekenddag in de vier weken (week 3) vanaf zaterdag 17:00 uur tot zondag 19:00 uur. De vader haalt de minderjarigen op zaterdag op bij de moeder. De moeder haalt de minderjarigen op zondag op bij de vader;
- gedurende de helft van de vakanties en feestdagen, waarbij de vader aanspraak maakt op vijf extra vakantiedagen ten opzichte van de moeder.
6.De beslissing
- gedurende twee weekenden per vier weken (week 2 en 4) vanaf vrijdag 17:00 uur tot zondag 19:00 uur. De vader haalt de minderjarigen op vrijdag op bij de moeder. De moeder haalt de minderjarigen op zondag op bij de vader;
- gedurende één weekenddag in de vier weken (week 3) vanaf zaterdag 17:00 uur tot zondag 19:00 uur. De vader haalt de minderjarigen op zaterdag op bij de moeder. De moeder haalt de minderjarigen op zondag op bij de vader;
- gedurende de helft van de vakanties en feestdagen, waarbij de vader aanspraak maakt op vijf extra vakantiedagen ten opzichte van de moeder.
B. Breederveld, bijgestaan door mr. M.N.C. Zuiderwijk als griffier en is op 24 juli 2024 door
mr. A.A.F. Donders uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.