ECLI:NL:HR:2008:BC5901
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Verzoek om ouderlijk gezag en verhuizing naar Zwitserland
In deze zaak heeft de moeder, wonende te [woonplaats], een verzoek ingediend bij de rechtbank 's-Hertogenbosch om te bepalen dat zij samen met haar beide minderjarige kinderen, [kind 1] en [kind 2], in Zwitserland mag gaan wonen. Dit verzoek is gedaan in het kader van het ouderlijk gezag, na de ontbinding van het huwelijk met de vader, die eveneens in deze procedure betrokken is. De vader heeft het verzoek bestreden en een tegenverzoek ingediend. De rechtbank heeft op 13 april 2007 beide verzoeken afgewezen, met de overweging dat de verhuizing niet in het belang van de kinderen zou zijn. De moeder heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 21 augustus 2007 de beschikking van de rechtbank heeft bekrachtigd. De moeder heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de beschikking van het gerechtshof vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het hof bij de beoordeling van het verzoek van de moeder niet alleen had moeten kijken naar het belang van de kinderen, maar ook naar andere relevante omstandigheden, zoals het nieuwe huwelijk van de moeder en haar zwangerschap. De Hoge Raad benadrukte dat bij geschillen over gezamenlijke gezagsuitoefening alle omstandigheden van het geval in acht moeten worden genomen, en dat het belang van het kind niet altijd zwaarder weegt dan andere belangen. De zaak moet na verwijzing opnieuw in volle omvang worden onderzocht en beslist.