Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
Herbai-criteria) de belangenafweging in het nadeel van werknemer uitvalt, waardoor inmenging in de grondrechten van werknemer gerechtvaardigd is. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter.
2.Het procesverloop in hoger beroep
- het beroepschrift, ingekomen op de griffie van het hof op 15 augustus 2023, waarmee [verzoeker] in hoger beroep is gekomen van de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam, locatie Dordrecht (hierna: de kantonrechter), van 19 mei 2023, met bijlagen;
- het verweerschrift in hoger beroep van H3O, met bijlagen;
- Productie H7 van H3O.
3.De feiten
De Stichting heeft als grondslag de Bijbel als Gods woord. Dit woord is uitgangspunt voor al haar handelen. Daarbij is Jezus Christus, die de enige weg naar zaligheid is, de stuwende kracht.”
Een veilig leer-, leef- en werkklimaat voor kinderen, medewerkers en ouders is essentieel voor de kansrijke ontwikkeling van kinderen. Dit klimaat scheppen we vanuit de waarden die voorkomen uit onze veelkleurige christelijke identiteit. Christelijk onderwijs geven wij op onze open christelijke scholen in een pluriforme samenleving vorm als “levensbeschouwelijke burgerschapsvorming.”
“
Al bij binnenkomst werd ik persoonlijk benaderd door zowel leerlingen als collega’s om hieraan mee te doen, vanwege geloofsovertuiging, het Woord van God en de vrijheid van Godsdienst en levensovertuiging (art 6 in de grondwet) dat zegt:
heb vanaf het eerste moment van benadering al uitgelegd hier niet aan mee te kunnen en willen doen. Ook diverse leerlingen die mij keer op keer paarse armbandjes aan hebben geboden, hebben gevraagd waarom ik hier niet aan mee wilde doen. Ik heb uitgelegd dat het Woord van God (de bijbel) zegt dat God de man en de vrouw heeft gemaakt en deze voor elkaar bestemd zijn (Genesis 1:27) en dat het een gruwel in Zijn ogen is dat mannen met mannen en vrouwen met vrouwen gaan etc. (Leviticus 20:13-16). Na dit diverse malen op een vriendelijke manier te hebben uitgelegd bleven leerlingen en collega's herhaaldelijk aandringen om toch mee te doen. Op een gegeven moment, liep dit hoog op en ben ik er dwars tegenin gegaan omdat we op een Christelijke school zijn en we de waarden van Gods Woord moeten hanteren. Hierin heb ik ook volgens Gods Woord gezegd dat mensen die deze gruwelen bewust blijven doen, in de hel kunnen belanden. Dit is niet gebaseerd op mijn eigen interpretatie maar op Gods Woord. Het zou zo moeten zijn dat op een Christelijke school die Gods normen en waarden hanteert. Als onderdeel van Stichting H3O zou dit de basis en de grondslag moeten zijn zoals ook op de website vermeld staat. (…)
In het gesprek van 12 januari jl. heeft cliënte aangegeven dat zij er vertrouwen in moet hebben dat leerlingen en medewerkers op school zich in een veilige omgeving begeven. Immers, H3O heeft een zorgplicht en dient te zorgen voor een veilige omgeving voor alle leerlingen en medewerkers. Met wat de school op Paarse Vrijdag van uw cliënt heeft gezien, heeft cliënte dat vertrouwen in uw cliënt niet meer.In de bijlagen treft u een aantal verklaringen aan betreffende de gebeurtenissen van Paarse Vrijdag. (…)Uit deze verklaringen wordt duidelijk hoezeer leerlingen en medewerkers geraakt zijn door de uitingen van uw client, hoe beschadigend deze zijn geweest en hoezeer de veiligheid op school in het geding is gekomen. (…)Ook blijkt dat uw cliënt voor een onveilige sfeer in de klas zorgde doordat hij leerlingen actief probeerde mee te krijgen in zijn standpunt. Anders dan uw cliënt in het gesprek van 12 januari jl. aangaf was er van zijn kant geen sprake van een discussie in redelijkheid over het geloof en Paarse Vrijdag, maar was uw cliënt niet voor rede vatbaar en actief bezig leerlingen mee te krijgen in zijn standpunt. (…)Deze verklaringen bevestigen dat er bij uw cliënt geen sprake is van reflectie op zijn eigen gedrag als medewerker van een school. De wijze waarop uw cliënt zijn geloof beleeft en op school wil uitdragen, en het feit dat hij niet vindt dat hij iets verkeerd heeft gedaan maakt dat cliënte de kans op herhaling zeer reëel acht. Cliënte heeft er dan ook geen vertrouwen dat zij in de toekomst de zorg voor leerlingen aan de zorg van uw cliënt kan toevertrouwen, en dat de veiligheid van leerlingen en medewerkers bij uw cliënt gewaarborgd is. Overigens is tijdens het onderzoek duidelijk geworden dat er in de afgelopen jaren meer incidenten zijn geweest waarbij uw cliënt grensoverschrijdende opmerkingen heeft gemaakt. (…)Al met al concludeert cliënte dat de gedragingen en uitlatingen van uw cliënt zeer ernstig en onacceptabel zijn. Het feit dat uw cliënt zich herhaaldelijk beroept op de Bijbel en overtuigd is van zijn eigen geloof als enige waarheid en de wijze waarop ook binnen H3O daaraan invulling en uitvoering moet worden gegeven, maakt voor cliënte dat zij een herhaling van soortgelijke gedragingen en uitingen reëel acht. Als onderwijsinstelling kan H3O dit niet accepteren en geen verantwoordelijkheid voor dragen. Cliënte heeft er geen vertrouwen in dat zij met uw cliënt in de toekomst de veiligheid binnen de schoot kan waarborgen. Cliënte ziet dan ook geen mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst op een constructieve en verantwoorde wijze voort te zetten.Daar komt nog bij, dat uw cliënt de visie en het beleid van cliënte vanwege zijn geloofsopvattingen niet kan of wil onderschrijven. Bovendien is er een patroon in de gedragingen en uitingen te zien waarbij uw cliënt grenzen overschrijdt, geen reflectie op zijn eigen handelen toont en de discussie aangaat, waarbij escalatie door zijn wijze van communiceren niet is uitgesloten.Gelet op dit alles ziet cliënte geen reële mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst voort te zetten.”
Nadat werknemer herhaaldelijk heeft aangegeven niet actief te willen deelnemen aan de Paarse Vrijdag maar leerlingen bleven aandringen dat hij een paars bandje moest dragen, heeft werknemer gezegd dat ze op een christelijke school zijn en ze de waarden van Gods Woord moeten hanteren, daarbij heeft werknemer aangegeven dat mensen die deze gruwelen bewust blijven doen, in de hel kunnen belanden. Daarbij heeft werknemer aangegeven dat dit niet zijn eigen interpretatie is maar Gods Woord. Werknemer heeft een spuugbeweging gemaakt naar de regenboog vlag en op een gegeven moment heeft werknemer zich geuit door in tongen te spreken. Het spreken in tongen, ook wel klanktaal, wordt in de Bijbel genoemd als een gave van de Geest. Binnen het christelijke geloof is dit een veel voorkomende wijze om tot God te bidden en Hem te eren.”
4.De procedure bij de rechtbank
- de arbeidsovereenkomst te ontbinden primair op grond van (ernstig) verwijtbaar handelen (de e-grond), subsidiair op grond van een duurzaam verstoorde arbeidsverhouding (de g-grond) meer subsidiair op grond van een combinatie van omstandigheden (de i-grond) en meest subsidiair wegens andere omstandigheden (de h-grond);
5.Het verzoek in hoger beroep
6.De beoordeling in hoger beroep
Herbai/Hongarijeverduidelijkt hoe deze vrijheden moeten worden toegepast in een arbeidsverhouding. [8] Het Europees Hof overweegt dat waar de vrijheid van meningsuiting in een andere context toelaatbaar kan zijn, dat in de context van de arbeidsverhouding niet steeds het geval is. In de arbeidsverhouding is namelijk sprake van wederzijds vertrouwen (“
mutual trust”) waarin van de werknemer een zekere mate van loyaliteit mag worden verwacht. Als er sprake is van een inmenging op de vrijheid van meningsuiting moet de rechter bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van die inmenging de volgende factoren meewegen:
- i) de aard en het belang van de meningsuiting;
- ii) de motieven van de werknemer voor de uiting;
- iii) de schade die de werkgever door de uiting heeft geleden;
- iv) de zwaarte van de door de werkgever opgelegde sanctie.
chilling effect” kan uitgaan, dat wil zeggen dat anderen, gelet op de zwaarte van de sanctie, worden ontmoedigd van hun grondwettelijk rechten gebruik te maken.
wijzewaarop hij zijn geloofsuitingen heeft gedaan en de onrust die dit heeft veroorzaakt en die zij voor de toekomst wil voorkomen. Het hof acht begrijpelijk dat H3O na haar vergeefse pogingen dit duidelijk te maken en bij de volharding van [verzoeker] in zijn standpunt, het vertrouwen verloor dat het aangaan van mediation tot een oplossing zou leiden en er geen vertrouwen meer in had dat [verzoeker] in de toekomst in een soortgelijk geval zou afzien van het uiten van zijn geloofsovertuiging op een wijze die schadelijk is voor het door H3O te waarborgen veilige schoolklimaat.
7.Beslissing
- bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam, locatie Dordrecht van 19 mei 2023;
- veroordeelt [verzoeker] in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van H3O begroot op € 4.741,-;
- bepaalt dat als [verzoeker] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en deze beschikking vervolgens wordt betekend, [verzoeker] de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-.