Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop
- de inleidende dagvaarding van 11 oktober 2022 waarmee Bolivia vernietiging heeft gevorderd van het tussen partijen gewezen arbitrale vonnis van 12 juli 2022 (met bijlage);
- de conclusie van antwoord van BBVA (met bijlage);
- de conclusie van repliek van Bolivia (met bijlagen);
- de akte overlegging producties van Bolivia (met bijlagen);
- de conclusie van dupliek van BBVA;
- de akte houdende overlegging productie van Bolivia (met bijlage).
3.Feiten
Administratoras de Fondos de Pensiones(AFP). Op het systeem werd toezicht gehouden door een Toezichthouder (de
Superintendencia de Pensiones).
4.Beoordeling
CMS v. Argentina, the Tribunal notes that monetary compensation will be subject to the condition that Claimant makes its shares in the AFP available to Respondent.
Valores Mundiales v. Venezuela, given the form in which Bolivia has tried to carry out the nationalization, in the opinion of the Tribunal, there would not be a pool of purchasers interested in buying Claimant's interest in BBVA Previsión. To that extent, the value of Previsión's share interest, in this time, is determined by the expected compensation that Bolivia is willing to pay BBVA once it completes the nationalization. Even if there is any potential purchaser, it would pay an amount smaller than the actual value of investment, particularly considering that Act 65 does not provide for compensation for the exiting AFP.
ex posten zoveel mogelijk op de datum van het arbitrale vonnis (standpunt BBVA) of
ex antewaarbij de waarderingsdatum aan het eind van 2010 wordt gesteld (standpunt Bolivia). In dit verband overweegt het Scheidsgerecht dat vaststaat dat de waarde van Previsión aanzienlijk is toegenomen sinds 2010 (overwegingen 816-818). Dit brengt het Scheidsgerecht vervolgens tot de volgende tussenconclusie:
fair market valuevan BBVA’s aandelen in Previsión zou samenvallen met de datum waarop het Scheidsgerecht vonnis zou wijzen. Echter, de deskundigen hebben 1 oktober 2020 als waarderingsmoment genomen, terwijl het arbitrale vonnis op 12 juli 2022 is gewezen. Het Scheidsgerecht heeft – zoals volgt uit de hiervoor weergegeven overwegingen – BBVA niet toegestaan om de waardering te updaten naar een meer recente datum, wat in overeenstemming zou zijn met de door BBVA ingestelde vordering. In plaats daarvan heeft het Scheidsgerecht wettelijke rente toegewezen. Het hof is van oordeel dat het Scheidsgerecht met deze – praktische – oplossing niet (wezenlijk) buiten de grenzen van de rechtsstrijd is getreden. Dit geldt te meer nu BBVA in de door haar ingestelde vordering aan het Scheidsgerecht ruimte had geboden om een veroordeling uit te spreken die naar het oordeel van het Scheidsgerecht passend was: “to grant any additional or other remedy that the Tribunal deems appropriate”.
fair market valuevan Previsión in de periode 1 oktober 2020 - 12 juli 2022 aanzienlijk is gedaald, of dat die waarde in deze periode minder is gestegen dan het bedrag aan toegewezen rente. Ook in zoverre is er dus geen aanleiding om het arbitrale vonnis partieel te vernietigen.