Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Güriş Inşaat ve Mühendislik A.S.,
Siemens Aktiengesellschaft,
Siemens Sanayi ve Ticaret A.S. (SIMKO),
Tüvasaş Türkiye Vagon Sanayi A.S.,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 24 september 2021, met producties, waarin Güriş c.s. vernietiging heeft gevorderd van het arbitrale vonnis gewezen te Den Haag op 21 juni 2016 (het hof gaat ervan uit dat Güriş c.s. heeft bedoeld: het arbitrale vonnis gewezen te Den Haag op 21 juni 2021);
- de conclusie van antwoord van Bursa van 8 maart 2022, met producties;
- de conclusie van repliek van Güriş c.s. van 19 april 2022, met producties;
- de conclusie van dupliek van Bursa van 31 mei 2022;
- de akte van 23 maart 2023 met een opinie van prof. [naam] gedateerd 13 maart 2023, die Güriş c.s. ter gelegenheid van de hierna te noemen mondelinge behandeling heeft overgelegd.
3.Feitelijke achtergrond
dissenting opinionafgegeven en heeft het vonnis niet ondertekend. In het vonnis was geen melding gemaakt van het feit dat de derde arbiter het vonnis niet had ondertekend.
forum necessitatisworden aangemerkt op grond van artikel 9 Rv, omdat het niet onmogelijk is om over deze vorderingen te procederen bij de bevoegde rechter in Turkije.
uit hoofde van proceseconomie” doorgehaald.
die definitief en bindend is voor partijen, met name als gevolg van de arbitrage geding tussen partijen, en is geconcludeerd dat geen nieuwe arbitrageovereenkomst/voorwaarde is gemaakt en niet is gevormd tussen partijen. Bij meerderheid van stemmen is besloten dat ons scheidsgerecht met betrekking tot dit geschil niet bevoegd is om kennis te nemen van de zaak.”
dissenting opinion.
4.De vordering
5.Beoordeling
Wettelijk kader
onbevoegd heeft verklaard. Als een scheidsgerecht zich onbevoegd heeft verklaard, herleeft de bevoegdheid van de rechter. Het recht op toegang tot de rechter is hier niet in het geding. Toetsing door de rechter van een arbitraal vonnis waarbij een scheidsgerecht zich onbevoegd heeft verklaard, verdraagt zich ook niet met het in artikel 1052 lid 1 Rv vastgelegde beginsel dat het scheidsgerecht gerechtigd is over zijn eigen bevoegdheid te oordelen.
forum necessitatiszou kunnen optreden. Voor zover Güriş c.s. daarmee heeft bedoeld haar eis te wijzigen, komt die eiswijziging te laat. Verder is het niet aan het hof om zich hierover uit te laten. Als Güriş besluit op die grond een procedure bij de Nederlandse rechter te beginnen, zal de rechtbank daarover moeten beslissen. Om diezelfde reden heeft het hof zich niet gebogen over de vraag of Güriş c.s. zich tot de Duitse rechter zou kunnen wenden of andermaal tot de Turkse rechter en dan wegens het aan Bursa verweten misbruik van procesrecht.
6.Beslissing
- wijst de vordering van Güriş c.s. tot vernietiging van het tussen Güriş c.s. en Bursa gewezen arbitrale vonnis van 21 juni 2021 af;
- veroordeelt Güriş c.s. hoofdelijk in de kosten van deze procedure, die aan de zijde van Bursa worden begroot op € 772,- aan griffierecht en € 3.549,- aan salaris voor de advocaat;
- verklaart dit arrest wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.