“(de griffier) Als u mij hoort dan … ik bel u even over u heeft aangekondigd dat u twee deskundigen meeneemt naar de zitting’
(de gemachtigde) ‘Ja … als de zitting doorgaat. Zál ik u even terugbellen’?’
(de griffier) ‘De zitting gáát door. Daar krijgt u nog een mail van… misschien is die al binnen …’
(de gemachtigde) ‘U heeft mijn verzoek tot uitstel (i.v.m. het aangevraagde getuigenverhoor) wel gezien?’
(de griffier) ‘Ja als het goed is geeft de administratie daar een reactie op via de e-mail …
(de gemachtigde) ‘ehhh…’
(de griffier) ‘maar daar bel ik niet voor.. het gaat over de deskundigen die u heeft aangekondigd … want het Hof heeft geen vragen aan de deskundigen, dus ja… het lijkt het Hof ja ehh .. ja … ik zeg maar nutteloos als ze meekomen naar de zitting…
(de gemachtigde) ‘Nou dat is zeker niet nutteloos want het gaat om schades en het hof is niet gespecialiseerd in schades en de deskundige kan daar zeker iets over zeggen waar het hof daarmee minder bekend is over hoe je daarover kunt oordelen. Dus het nut van een deskundige is er zeer zeker wel.’
(de griffier) (zucht) ‘Ja .. maar dit is wat het Hof mij heeft gevraagd om door te geven dus … ja … bij deze …
(de gemachtigde) Geldt dat voor allebei de deskundigen?
(de griffier) ‘Ja! Want ze hebben ook allebei de auto’s niet gezien hé de deskundigen?’
(de gemachtigde) ‘Dat hoeft ook niet …’
(de griffier) ‘Nee … maar ja … het zijn ook niet de eerste bpm zaken en schades voor het Hof.
(de gemachtigde) ‘nou ja .. afgezien daarvan .. ik heb het recht om een deskundige mee te nemen’
(de griffier) ‘Ja dat klopt, maar ik geef u dit door dus u kunt erover nadenken maar … ik kan u ook weer niet verplichten om ze thuis ze thuis te laten maaruh …
(de gemachtigde) ‘Nou ja .. ik kan er over nadenken om de tweede niet mee te nemen maar de eerste die ik tijdig heb aangekondigd zal ik zeer zeker meenemen
(de griffier) ‘Nou ja maar dan weet u in elk geval dat dat ’t kan dat die persoon er zit en dat er niets zal worden gevraagd en dat er geen behoefte is .. of .. nou jaahh … maar dan bent u op de hoogte …t
(de gemachtigde) ‘Dat vind ik dan wel een vooringenomen standpunt van de Raadsheren dat ze nu al bij voorbaat weten dat ze geen vragen hebben voor de deskundigen. Daar ben ik wel een beetje door geschokt en heel onaangenaam.’
(de griffier) Ze hebben toch zich voorbereid dus .. de stukken .. dus nou ja …
(de gemachtigde) ‘Het gaat om 25 verschillende voertuigen en die zullen toch allemaal individueel behandeld moeten worden …(….) en dan is het niet noodzakelijk dat de deskundige ter zitting de auto’s zelf gezien moet hebben.. (…)’
(de griffier) ‘Nee dat zeg ik ook niet…’
(de gemachtigde) ‘Ik vind het heel vreemd dat ik daar 2 dagen van te voren een telefoontje over krijg… ’
(de gemachtigde) ‘En kunt u mij vertellen waarom het verzoek tot uitstel is afgewezen?’
(de griffier) ‘Nou … eh dat zal u Donderdag van het Hof horen … Dat eh …’
(de gemachtigde) ‘Ik krijg dat niet schriftelijk van te voren?’
(de griffier) ‘Ehm nou … u krijgt een e-mail … een reactie op uw e-mail…met dat het verzoek om aanhouden en de getuigenverhoren wordt afgewezen’
(de gemachtigde) ‘Dat mailtje is al onderweg?’
(de griffier) ‘Dat doet de ehm .. administratie bij ons dus ehm .. ik weet niet .. misschien hebben ze nog een paar andere zaken die ze moeten afhandelen…”
ii) Verzoekster heeft verzocht om uitstel van de zitting teneinde een getuigenverhoor te kunnen initiëren. Het Hof heeft dit uitstel bij brief van 15 november 2022 zonder nadere motivering afgewezen. Volgens verzoekster is het ontbreken van een motivering laakbaar en een omissie van de zijde van het Hof.
Verzoekster acht de onder i) en ii) geschetste gang van zaken zozeer onzorgvuldig dat daaruit kan worden afgeleid dat sprake is van vooringenomenheid bij de behandelend raadsheren.