In deze zaak gaat het om de beroepsaansprakelijkheid van een assurantietussenpersoon, WAG, in relatie tot ND Security B.V. De kern van het geschil is of WAG voldoende onderzoek heeft gedaan naar de verzekeringsbehoeften van ND Security, met name of de afgesloten bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering voldeed aan de behoeften van ND Security. Het incident dat aanleiding gaf tot deze rechtszaak vond plaats op 7 december 2018, toen een medewerker van ND Security tijdens het bedienen van een brug schade toebracht aan een schip. ND Security stelde dat de verzekering geen dekking bood voor deze schade en dat WAG had nagelaten om een adequate verzekering af te sluiten. De rechtbank oordeelde dat ND Security en de Gemeente hoofdelijk aansprakelijk waren voor de schade, en dat WAG niet tekort was geschoten in haar zorgplicht. ND Security ging in hoger beroep, maar het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank. Het hof oordeelde dat WAG niet had hoeven doorvragen naar de specifieke werkzaamheden van ND Security, omdat ND Security zelf niet had aangegeven dat zij ook brugwachterswerkzaamheden verrichtte. Het hof concludeerde dat ND Security niet kon aantonen dat WAG haar zorgplicht had geschonden, en bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, waarbij ND Security werd veroordeeld in de proceskosten.