3.2.1De Stichting, opgericht in 1990, exploiteert een kinderopvang en een kleuterspeelzaal. In haar statuten is onder meer het volgende bepaald.
1. Het bestuur van de stichting bestaat uit tenminste drie leden. Het aantal leden wordt – met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde – door het bestuur met algemene stemmen vastgesteld. Bestuursleden kunnen alleen zij zijn die niet in dienstbetrekking werkzaam bij de stichting zijn.2. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De funkties van secretaris en penningmeester kunnen ook door één persoon worden vervuld.
3. Bij het ontstaan van een (of meer) vakature(s) in het bestuur zullen de overblijvende bestuursleden met algemene stemmen (of zal het enige overblijvende bestuurslid) binnen twee maanden na het ontstaan van de vakature(s) daarin voorzien door de benoeming van een (of meer) opvolgers(s).
4. Mocht(en) in het bestuur om welke reden dan ook één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het enige overblijvende bestuurslid niettemin een wettig bestuur, behoudens het bepaalde in artikel 8.
5. De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun bestuurswerkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun funktie gemaakte kosten. (…)
1. Degenen die voor een vijfde deel of meer van de normale arbeidstijd werkzaam zijn voor de stichting anders dan tijdelijke krachten, vormen de directie.
2. De directie is belast met de algemene leiding van de peuteropvang.
3. De directie treedt eveneens op als adviesorgaan van het bestuur en kan in die hoedanigheid alle bestuursvergaderingen bijwonen en ten aanzien van de te nemen bestuursbesluiten gevraagd en ongevraagd haar advies verstrekken.
(…)
BESTUURSVERGADERINGEN EN BESTUURSBESLUITEN
Artikel 6.
(…)
4. De oproeping tot de vergadering geschiedt - behoudens het in lid 3 bepaalde - door de voorzitter, ten minste zeven dagen tevoren, (…) door middel van aangetekende oproepingsbrieven.
(…)
6. Zolang in een bestuursvergadering alle in funktie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen (…)
8. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door één der andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aangezocht.
(…)
11. Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voorzover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven, worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen. Ingeval van een tegenstrijdig belang tussen de stichting en een van haar bestuurders is deze laatste onbevoegd tot het uitbrengen van een stem.
(…)
BESTUURSBEVOEGDHEID EN VERTEGENWOORDIGING
(…)
Artikel 8.
De stichting wordt in en buiten rechte uitsluitend vertegenwoordigd door de voorzitter tezamen met de secretaris, dan wel de voorzitter tezamen met de penningmeester.
(…)
EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAPArtikel 9.
Het bestuurslidmaatschap eindigt:
(…) bij schriftelijke ontslagneming (bedanken) (…)”
3.2.12Vanaf 13 september 2018 heeft [directeur 2] met [appellant] gediscussieerd over de betalingen die hij via EMSS van de Stichting ontving en over haar inschrijving als bestuurder van de Stichting (rov. 3.2.4). In deze discussie heeft [appellant] zich laten bijstaan door een advocaat. Bij brief van 28 september 2018 heeft [directeur 2] onder meer aan [appellant] geschreven:
“
Recent is mij duidelijk geworden dat jij periodiek/maandelijks een bepaald bedrag declareert bij de stichting onder vermelding van advieskosten. Reeds meerdere malen heb ik om inzicht gevraagd in de financiële stukken van de stichting. Met uitzondering van een door [X] opgesteld overzicht over de periode 2016 tot heden heb ik geen informatie en/inzicht gekregen. (…)
In ons gesprek van 6 september jl. hebben wij gesproken over jouw decharge als bestuursvoorzitter. Graag wil ik in een constructief gesprek de voorwaarden van jouw decharge bespreken. Gezien de vertrouwensbreuk als gevolg van de gemaakte advieskosten, zonder dat daar sinds 2011 afspraken of overleg over heeft plaatsgevonden, is een decharge de enige oplossing om tot een nieuw bestuur te komen.”
3.2.13In een document met de titel ‘Notulen bij de bestuursvergadering per datum: 20 november 2018’ is onder meer het volgende vermeld:
“
Notulen van de vergadering van het bestuur van Stichting Het Peuterhuis (…).
De vergadering wordt om 09.00 uur geopend door de voorzitter van de Stichting, zijnde de heer [appellant].
Hij stelt voorts vast, dat deze vergadering op 20 november 2018, derhalve met inachtneming van een termijn van zeven (7) dagen, is bijeengeroepen door (…) Met instemming van de vergadering wordt de heer [appellant] aangewezen om van het verhandelde in deze vergadering van bestuurders notitie te houden.
Agendapunt II
Voorts stelt de voorzitter aan de orde een voorstel, tot een bestuurswisseling van Stichting Het Peuterhuis per 1 januari 2019. Hierbij zal het huidige bestuur (te weten: de alleen/zelfstandig bevoegde bestuurder, de heer [appellant]) aftreden en zal mevrouw [directeur 2] aantreden als bestuurder van de Stichting Het Peuterhuis (…)
De voorzitter stelt de uitslag van de stemming vast en constateert dat het voorstel unaniem is aanvaard en dat daarmee het besluit, omtrent de bestuurswisseling per 1 januari 2019, is goedgekeurd met inachtneming van de wettelijke en statutaire vereisten.
Agendapunt III
Allerlaatst stelt de voorzitter aan de orde een voorstel, dat ziet op de finale kwijting van het huidige bestuur van de Stichting. De heer [appellant] bekleedt thans de functie van alleen/zelfstandig bestuurder van de Stichting. Dit voorstel strekt ertoe om het bestuur finale kwijting te verlenen voor de periode van 1 december 2005 tot 1 januari 2019. Hierbij zal (het bestuur van) de Stichting Het Peuterhuis afstand doen van elk recht op aansprakelijkheid c.q. schadevergoeding vanwege mogelijke of gebleken onbehoorlijke taakvervulling van het bestuur in de periode van 1 december 2005 tot 1 januari 2019.
En zal hierbij afstand worden gedaan van ieder vorderingsrecht, dat (het bestuur van) Stichting Het Peuterhuis heeft op dit bestuur ex art. 6:160 BW. De voorzitter licht hierbij toe, dat hieromtrent geen statutenwijziging noodzakelijk is.
De voorzitter stelt de uitslag van de stemming vast en constateert, dat het voorstel unaniem is aanvaard en dat daarmee het besluit, omtrent de finale kwijting van het huidige bestuur in de periode van 1 december 2005 tot 1 januari 2019, is goedgekeurd met inachtneming van de wettelijke en statutaire vereisten.
(…)”
Het onder Agendapunt III aangeduide besluit zal hierna worden aangeduid als: het novemberbesluit.