Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het tussenvonnis van 26 augustus 2020,
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 25 november 2020,
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 10 juni 2021,
- de conclusie na enquête van [naam gedaagde], met producties 27, 28 en 29,
- de antwoordconclusie na enquête tevens akte overlegging beslagstukken van Stichting het Peuterhuis, met producties 26, 27 en 28,
- de akte van [naam gedaagde].
2..De verdere beoordeling
EUR 33.545,20,te vermeerderen met de daarover verschuldigde rente op de voet van artikel 6:119 BW vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van volledige betaling;
EUR 10.000,00, te vermeerderen met de over dat bedrag verschuldigde contractuele rente van 3,5 % vanaf 24 juni 2014 tot de dag van volledige betaling;
EUR 8.750,00, te vermeerderen met de daarover verschuldigde wettelijke rente op de voet van artikel 6:119 BW vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van volledige betaling;