Herverzekeringsconstructie
Door de in het leven geroepen herverzekeringsconstructie werd de rol van HDI veranderd van verzekeraar in herverzekeraar ter zake van de bij Treston ondergebrachte Arubaanse portefeuille. [voormalig commissaris] en [voormalig bestuurder 2] (hierna tezamen ook: [voormalig commissaris en voormalig bestuurder 2]) en [voormalig bestuurder 1] hadden bij die constructie een eigen financieel belang en ontvingen provisies. Zij hebben niet gezorgd dat HDI van deze belangen op de hoogte raakte door (de niet geconflicteerde leden van) de raad van bestuur of raad van commissarissen en/of aandeelhouders van HDI op de hoogte te stellen. De eigen wetenschap van [voormalig bestuurder 1] en [voormalig commissaris en voormalig bestuurder 2] is in dit verband niet voldoende om te concluderen dat HDI op de hoogte was. (rov. 3.6)
De op 7 april 2008 overeengekomen overdracht van de Arubaanse portefeuille bracht een juridische overgang van HDI aan Treston mee, voor een bedrag van 1 AWG, van alle tot de portefeuille behorende verzekeringsovereenkomsten met alle daaruit voortvloeiende verplichtingen en met alle daaraan verbonden rechten op premiebetaling. (rov. 3.7)
Het verweer dat de Arubaanse portefeuille geen vermogenswaarde voor HDI zou vertegenwoordigen omdat tussenpersoon [bestuurder van gevolmachtigd agent] van de aanvang af in juridisch of economisch opzicht rechthebbende zou zijn, wordt verworpen. Ook het verweer dat HDI van de indirecte belangen van [voormalig commissaris en voormalig bestuurder 2] en [voormalig bestuurder 1] op de hoogte was of had moeten zijn, wordt verworpen. (rov. 3.8)
HDI had geen zakelijke reden voor de opgezette constructie. HDI heeft gemotiveerd betwist dat er voor haar verzekeringsactiviteiten relevante wijzigingen speelden in de Landsverordening en zij heeft gemotiveerd aangevoerd dat zij (door middel van haar aandeelhouder Talanx) zonder meer aan de door Treston genoemde vereisten voor haar activiteiten op Aruba, zoals die betreffende haar credit rating en balanstotaal, kon voldoen. Treston, die als lokale verzekeraar op de hoogte was of diende te zijn van relevante regelgeving, kon niet louter afgaan op mededelingen van de betrokken bestuurders en commissaris van HDI, mede in verband met de wetenschap bij Treston van de belangenverstrengeling. (rov. 3.10)
Dat de herverzekeringsconstructie noodzakelijk was omdat [bestuurder van gevolmachtigd agent] daadwerkelijk van plan was alle tot de Arubaanse portefeuille behorende verzekeringscontracten te beëindigen en de klanten bij een andere verzekeraar onder te brengen, is onvoldoende onderbouwd. Ook is onvoldoende toegelicht dat de herverzekeringsconstructie noodzakelijk was omdat [bestuurder van gevolmachtigd agent] zelf een verzekeringsmaatschappij wilde oprichten en HDI haar verzekeringen aan een andere verzekeraar zou zijn kwijtgeraakt als zij niet zou meewerken. (rov. 3.11)
Het opzetten van een herverzekeringsconstructie als de onderhavige met daarin (aanzienlijke) eigen belangen van de betrokken functionarissen die niet aan HDI zijn gemeld, is verregaand onzorgvuldig en [voormalig commissaris en voormalig bestuurder 2] en [voormalig bestuurder 1] kan daarvan een ernstig verwijt worden gemaakt. Het onbehoorlijke karakter is met name gelegen in de (verheimelijkte) belangenverstrengeling van de betrokken bestuurders en commissaris. (rov. 3.12)
Dat de ontwerpers van de constructie beoogden zichzelf te bevoordelen en dit voor HDI verborgen hebben willen houden, blijkt genoegzaam uit de door het hof weergegeven correspondentie. (rov. 3.13)
Het betoog dat de herverzekeringsconstructie uiteindelijk slechts voordeel voor HDI en geen schade heeft opgeleverd, slaagt niet. (rov. 3.15)
Treston
Ten tijde van het opzetten van de constructie wist Treston, althans moest zij begrijpen, dat de voorgestelde herverzekeringsconstructie was gericht op de bevoordeling van de betrokken functionarissen van HDI. Bestuurder [bestuurder van gevolmachtigd agent] en commissaris [betrokkene 1] van Treston waren bij de opzet van de constructie betrokken en geheel op de hoogte van de belangenverstrengeling van [voormalig commissaris en voormalig bestuurder 2] en [voormalig bestuurder 1]. De wetenschap van de belangenverstrengeling van commissaris [betrokkene 3] van Treston blijkt uit de stukken. Het primaire doel van de constructie waarvoor Treston werd opgericht, was gelegen in de bevoordeling van de betrokken drie HDI-functionarissen. Desondanks heeft Treston, zonder zich bij (niet geconflicteerde bestuurders van) HDI ervan te vergewissen of HDI hiermee instemde, meegewerkt aan deze constructie, waarin de Arubaanse portefeuille voor 1 AWG aan Treston werd overgedragen en de rol van HDI veranderde van verzekeraar in herverzekeraar, met tussenschakeling van Treston, waarin [voormalig commissaris en voormalig bestuurder 2] en [voormalig bestuurder 1] persoonlijke financiële belangen hadden. Aldus heeft Treston meegewerkt aan en vervolgens geprofiteerd van het onbehoorlijk bestuur van de drie HDI-functionarissen. Het hof is van oordeel dat Treston onrechtmatig heeft gehandeld jegens HDI. (rov. 3.17)
Verjaring
Schadevorderingen verjaren ingevolge art. 3:310 lid 1 BW vijf jaren na aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden. Voor HDI bestond pas wetenschap van een mogelijke aanspraak op de desbetreffende bestuurders en commissaris, toen zij op de hoogte raakte van hun achterliggende belangen bij de door hen opgezette herverzekeringsconstructie. Toen pas bestond aanleiding voor HDI om tot aansprakelijkstelling van de betrokken personen over te gaan. (rov. 3.21-3.22)
In dit kader is geen plaats voor toerekening van de kennis van de betrokken functionarissen over hun (verborgen gehouden) tegenstrijdige belangen aan HDI. Als aanvangsmoment van de verjaring geldt derhalve niet het moment waarop de herverzekeringsconstructie door de overdracht van de Arubaanse portefeuille een feit werd. Pas na het ontslag van [voormalig bestuurder 1] in 2013 is de belangenverstrengeling binnen HDI aan het licht gekomen. Op dat moment is de verjaringstermijn gaan lopen zodat de vorderingen ten tijde van de inleidende dagvaarding in 2014 niet waren verjaard. Anders dan Treston heeft betoogd, doet de verlengingsmogelijkheid van art. 3:321 lid 1, onder d, BW in verbinding met art. 3:320 BW aan de voorgaande toepassing van de verjaringsregels niet af, nu in het onderhavige geval de geconflicteerde bestuurders binnen de relevante bestuursorganen geen openheid hebben gegeven over hun tegenstrijdige belangen. (rov. 3.23)
Het beroep op verjaring moet dan ook worden verworpen. (rov. 3.24)
Vorderingen in reconventie
Voor zover Treston betoogt dat de vordering waarvoor HDI beslag heeft gelegd ongegrond is omdat Treston jegens HDI niet onrechtmatig heeft gehandeld, faalt dat betoog op de in rov. 3.17 vermelde gronden. Niet kan worden vastgesteld dat het beslag voor een te hoog bedrag is gelegd of dat HDI misbruik heeft gemaakt van haar bevoegdheid beslag te leggen. (rov. 3.48-3.49)