Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Waar het in deze zaak over gaat
2.Het procesverloop
3.De feiten
4.De procedure bij de rechtbank
5.De vordering en het verweer in hoger beroep
6.De beoordeling in hoger beroep
‘alle aanspraken die verkoperten aanzien van het verkochte(onderstreping door hof)
kan of zal kunnen doen gelden tegenover derden’door TVO overgedragen aan [geïntimeerde] (vgl. hiervoor onder r.o. 3.1.7 onder ‘bedingen’). [appellant] meent dat er in ieder geval geen aanspraken met betrekking tot het perceel grond door TVO kunnen zijn overgedragen aan [geïntimeerde] , omdat het stuk grond geen onderdeel uitmaakte van het door TVO aan [geïntimeerde] verkochte en geleverde perceel.
‘het recht van eigendom met betrekking tot een perceel grond met het daarop gestichte woonhuis met verder toebehoren (…), groot één are en drieëndertig centiare (1 a en 33 ca)’(vgl. hiervoor onder 3.1.6 onder ‘omschrijving registergoed’). Vast staat ook dat het volledige perceel 1 a en 33 ca (ofwel 133 m2) groot is. Als bedoeld was dat het perceel gedeeltelijk zou worden geleverd, had dat bij de omschrijving van het registergoed moeten worden opgenomen. Aangezien dat niet is gebeurd, moet uit de akte worden afgeleid dat het de bedoeling van TVO en [geïntimeerde] was dat het gehele perceel, dus inclusief het stuk grond, aan [geïntimeerde] werd verkocht en geleverd. De in de akte opgenomen ‘bijzondere bepalingen’ (zie ook 3.1.7) maken dit niet anders. Hieruit kan niet worden opgemaakt dat TVO en [geïntimeerde] hebben bedoeld dat het perceel aan [geïntimeerde] zou worden geleverd met uitzondering van het stuk grond. Mede gelet op de hierboven genoemde omschrijving van het verkochte en te leveren registergoed zonder enige beperking kunnen deze bepalingen niet anders worden begrepen dan dat [geïntimeerde] door TVO op de hoogte is gesteld van de door [appellant] gemaakte aanspraak op het stuk grond op grond van bevrijdende verjaring, dat [geïntimeerde] het risico aanvaardt dat in het geval [appellant] inderdaad eigenaar is geworden van het stuk grond op grond van bevrijdende verjaring, niet het gehele perceel aan hem is overgedragen en dat hij TVO ten aanzien hiervan vrijwaart. Een erkenning door TVO en/of [geïntimeerde] dat het stuk grond inderdaad eigendom is van [appellant] valt hierin in ieder geval niet te lezen.